Laatclassicistisch breedhuis met drie in hoogte verkleinende bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak, te dateren einde 18de eeuw. Stijltyperende "penantengevel" van baksteen - oorspronkelijk bepleisterd - met sporadische verwerking van zandsteen en gekenmerkt door een verticale geleding waartussen dieperliggende rechthoekige vensters, de bovenste met geprofileerde lekdrempels op bewerkte voluutconsooltjes. Op een gevelopstand van 1872 zijn de borstweringen versierd met karakteristieke panelen. Gedichte steigergaten onder de vernieuwde kroonlijst. In 1976 toegevoegde mansardeverdieping en volledig verbouwde begane grond.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)