Ruim pand opgedeeld in drie kleine woningen, twee bouwlagen hoog, elk enkelhuisje met twee traveeën op de begane grond en één travee op de bovenverdieping, onder zadeldak (respectievelijk mechanische pannen bij nummer 8, kunstleien voor nummers 10 en 12). In kern vermoedelijk opklimmend tot de 17de eeuw, met aanpassingen tijdens de 19de en 20ste eeuw. Met schijnvoegen bepleisterde en beschilderde lijstgevel, voorzien van muurankers met kram en krul en rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting met siersluitsteen, volgens een gevelopstand van 1862 ter vervanging van voorheen kruisvensters. Recente kroonlijst, drie puntvormige dakkapellen en gewijzigde ordonnantie op de begane grond: nummer 10 met garagepoort sinds 1974.