In zijn oorspronkelijke toestand, ruim L-vormig complex met stadstuin en bijgebouw, dat in de loop van de 19de en 20ste eeuw vergroot en gewijzigd werd. In het derde kwart van de 18de eeuw opgetrokken ruime herenwoning, opgevat als breedhuis van zeven traveeën en tweeënhalve bouwlaag onder een leien zadeldak met schild en dakkapellen. De lijstgevel in Lodewijk XVI-stijl met zandkalkstenen parement heeft een opvallende poorttravee met schamppalen en rondboogpoort, gevat in een geprofileerde boog op imposten en versierd met schijfmotief op sluitsteen en boogzwikken, onder een op voluutconsoles steunend balkon met decoratieve, gietijzeren balustrade en een balkondeur in geprofileerde omlijsting, bekroond door een driehoekig fronton op voluutconsoles.
De begane grond wordt gemarkeerd door een licht uit het gevelvlak verheven plint met keldergaten en verdiepte spiegels die de borstweringen versieren onder de rondboogvensters met waaiervormig bovenlicht, gevat in een geprofileerde boog op imposten en versierd door middel van schijfmotief op sluitsteen en boogzwikken. De rondboogvensters en -poort zijn gescheiden door pilasters met Franse voegen, uitlopend op een geprofileerde lijst onder een vlakke cordonlijst. Rechthoekige vensters in de tweede bouwlaag met 19de-eeuws schrijnwerk in een geprofileerde omlijsting met voluutvormig uitgewerkte sluitsteen en uit het gevelvlak stekende geprofileerde onderdorpels op vlakke consoles met bloem- en dropmotief. In de mezzanino werden de vensters in een verdiepte omlijsting aangebracht, boven spiegels met ribmotief. Een kroonlijst op sierlijke modillons sluit het gevelvlak af. De twee bouwlagen en zes traveeën tellende achtergevel met muurankers en steigergaten werd in 1957 gewijzigd door aanbouw van de twee linker traveeën achter de koetsdoorgang, naast de vier originele traveeën, gevormd door rechthoekige vensters met negblokomlijsting boven een lage, hardstenen plint.
In 1882 tegen een oude tuinmuur van witte natuursteen en ijzerzandsteen opgetrokken en heden volledig vervallen stal en koetshuis van twee bouwlagen en zes traveeën onder een golfplaten lessenaarsdak, gebouwd in baksteen met zandhoudende kalksteen en hout.
Ruime ommuurde stadstuin met een in 1882 opgetrokken, doch heden sterk vervallen bijgebouw van twee bouwlagen en zes traveeën onder een lessenaarsdak (golfplaten).
Interieur. Gedeeltelijk met twee bakstenen tongewelven onderkelderd dubbelhuis met excentrische poortdoorgang en nog oorspronkelijke dispositie van de ruimten: op de gelijkvloerse en de eerste verdieping telkens vier salons - respectievelijk twee aan de straat- en twee aan de tuinzijde - en kleinere kamers op de bovenverdieping. Het lijstwerk, de binnenluiken, de vleugeldeuren en de monumentale eiken trap met trappaal in Lodewijk XVI-stijl, zijn de enige elementen die nog verwijzen naar de vroegere interieurafwerking van het herenhuis.
Heden in het bezit van de Katholieke Universiteit van Leuven.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 39028 (bouwvergunning 06.04.1882).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In de eerste week van januari voeren we aanpassingen door voor de gemeentefusies van 1 januari 2025. De toepassing kan tijdelijk offline zijn of onvolledige zoekresultaten tonen. Vanaf maandag 6 januari is alles weer volledig beschikbaar.