is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel van Neerhespen met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige pastorie uit het vierde kwart van de 18de eeuw, rond 1800 omgebouwd tot kasteel. Landhuis met monumentale, verzonken parterretuin, herinnerend aan de klassieke 'boulingrin', omringd door terrassen en taluds met strak geschoren hagen en massieven van taxus, in 1975 aangelegd naar ontwerp van Jacques Wirtz; laagstammige boomgaard op de plaats van het landschappelijk park van 2,5 hectare uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Het 'kasteel' van Neerhespen, op de rechteroever van de Kleine Gete ten noorden van het dorp, is in feite de voormalige pastorie, die als nationaal goed werd verkocht tijdens de Franse Revolutie. De rechtstreekse verbinding met de dorpskerk, de huidige Pastoorsstraat, is een relict van de oorspronkelijke functie. Bij de vaststelling van het kadaster in 1831 was het voormalige pastoorsgoed eigendom van rechter Marc Guillaume Raeymaeckers. Het huis bestond uit twee volumes – het grootste met een L-vormige plattegrond en een uitstulping in de met de Gete evenwijdige vleugel was het residentiële gedeelte van de pastorie. Haaks hierop vormde een losstaand gebouw de afsluiting van de binnenplaats, samen met een muur langsheen de rivier. Het voor 18de-eeuwse landhuizen gangbare model – 'vivre entre cour et jardin' – wordt hier op een eerder ongewone manier geïllustreerd, want de 'voordeur' en de 'koer' lagen aan de achterzijde van de pastorie; de residentiële vleugel keek uit over een tuinperceel (nr. 59) van 20 are. Langs de noordelijke vleugel lag een tweede tuinperceel dat maar half zo groot was. De grote landbouwpercelen langs weerszijden van de Pastoorsstraat tussen het dorp en het kasteel, behoorden niet tot het eigendom.
Het gros van Raeymaeckers' landgoed lag aan de overkant van de Gete: een boomgaard van meer dan 2 hectare met een gebouw, waarschijnlijk een schuur. Ondanks diverse verbouwingen, waarbij onder meer het driehoekige fronton verdween en de ramen tot het grondniveau werden doorgetrokken, is het vooral in de tuingevel dat het 18de-eeuwse dubbelhuis van bak- en (voor de hoekkettingen en de deur- en vensterlijsten) zandsteen nog herkenbaar is. De witbepleisterde koergevel met zijn licht getoogde vensters, het balkon boven de ingangsdeur, de geprofileerde gevelbanden die de bouwlagen aflijnen en de halve dakverdieping of mezzanine (verdwenen maar nog zichtbaar op een oude foto) beantwoordt daarentegen in hoge mate aan het model van landhuizen dat in de periode 1840-1860 gangbaar was. Gewijzigde achtergevel. Raeymaeckers slaagde er toen in om vanaf de Geldenakenstraat (op het grondgebied Orsmaal-Gussenhoven) een nieuwe oprijlaan aan te leggen die, over de Gete heen, bij de toegangsdeur uitmondde. De losstaande vleugel kreeg het uitzicht van een typisch koetshuis met rondbogen en de muur langs de Gete werd vervangen door een smeedijzeren hek.
Het landschappelijke park van 2,5 hectare dat op de stafkaart van 1885 wordt afgebeeld, werd aangelegd door Bonaventure Raeymaeckers, die rond 1880 het grote boomgaardperceel langs de oostzijde van de Pastoorsstraat kon aankopen. Pas in 1925 wordt dit perceel als lusttuin door het kadaster opgetekend, maar op de stafkaart van 1885 wordt het al afgebeeld in een landschappelijk kleedje, met een grote lus als rondpad, die in kleine lussen vertakt rond twee vijvers. De zalmroze kleur in de onmiddellijke omgeving van het kasteel symboliseert moestuin. Op de stafkaart van 1932 wordt nog slechts één vijver getoond: die vóór het kasteel, ook zichtbaar op oude foto's.
Het belangrijkste feit tuinhistorisch gezien is van recente datum: de heraanleg uit 1975 naar ontwerp van Jacques Wirtz, in samenwerking met architect R. Rombouts. Deze heraanleg kan het best gekarakteriseerd worden als een verzonken tuin – recyclage van de oude vijver, nu gazon – omringd door (soms oplopende) terrassen of taluds en strak geschoren hagen, kubussen, afgeknotte piramides en halve bollen van taxus (Taxus baccata). Een hedendaagse interpretatie van de 'boulingrin' uit de klassieke tuinkunst. De sculpturale strakheid wordt gemilderd door elementen uit de oude aanleg, onder meer een oude treurwilg (Salix alba 'Tristis') en, tegen het huis aan, een prachtige, tweestammige westerse levensboom (Thuja occidentalis). Het voormalige landschapspark is opgeplant met laagstammige perelaars en wordt langs de oostzijde afgeschermd door een singel van Europese vogelkers (Prunus padus), witte kornoelje (Cornus alba) en – op rijen – zilveresdoorn (Acer saccharinum) en Hollandse linde (Tilia x europaea).
Merkwaardige bomen (opname 18 juni 2002)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Neerhespen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel van Neerhespen met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42608 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.