Pastorie gebouwd omstreeks 1788-1791 met pastorietuin van 22,5 are, oorspronkelijk bestaande uit drie percelen met specifieke bestemming; pastorietuin vermoedelijk rond 1870 heraangelegd met een 'landschappelijk' gedeelte. In 1988 opnieuw aangelegd met behoud van oude elementen en respect voor de oude indeling.
Het pastoriegoed van Binkom omvatte rond 1830 volgens het Primitief kadaster vier percelen: het pastoriegebouw (perceel 70), een dubbelhuis van baksteen met zandstenen sokkel en hoekkettingen, twee verdiepingen en een laag bijgebouw, opgetrokken in 1788-1791, voorzien van rechthoekige vensters en deur met vlakke omlijstingen en uitspringende sluitsteen; het rechthoekige, licht hellende perceel 72, dat onmiddellijk bij de pastorie aansluit; een rechthoekig boomgaardperceel (nr. 73) in het verlengde van het voorgaande; en een min of meer driehoekig boomgaardperceel (nr. 71), naast de percelen 70 en 72. In 1872 worden boomgaarden en tuin tot één "pastorijhof" van 22,5 are versmolten. In 1976 verdween de laatste pastoor. Toen in 1988 de pastorie door de huidige bewoner werd aangekocht, verkeerde ze in een ruïneuze staat. Vlak voor de verkoop was daarenboven een oude aanbouw aan de rechterzijde van het hoofdgebouw afgebroken. De huidige eigenaar heeft het gebouw gerestaureerd en de tuin heraangelegd. Bij deze heraanleg werden oude elementen zoveel mogelijk gespaard – en aangevuld – zodat wij ons toch een beeld kunnen vormen van de pastorietuin in betere dagen.
Het rechthoekige perceel (nr. 72) in de schaduw van het gebouw is een vast gegeven bij elke pastorietuin; traditiegetrouw was dit perceel kruisgewijze ingedeeld en werd het gebruikt voor 'nut en sier'. De oorspronkelijke symmetrie van dit perceel is nog afleesbaar uit twee oude taxussen (Taxus baccata) die min of meer symmetrisch staan opgesteld ten opzichte van de achterdeur van de pastorie. Het perceel wordt aan de westzijde afgezoomd door een jonge aanplanting van leilinden. Het gecementeerde dubbele waterbekken in het centrum van het perceel is een creatie uit de jaren 1940 of 1950. Achter de leilinden bevindt zich het oude driehoekige boomgaardperceel (nr. 71) dat, conform het historisch gebruik, opnieuw met fruitbomen werd beplant. Vlak bij het huis werd echter een omhaagd parterretuintje aangelegd.
De kadastrale mutatie van 1872, waarbij de drie tuinpercelen tot een groot perceel worden samengevoegd, signaleert vermoedelijk dat de tuin toen heringericht werd. Dankzij het achterste rechthoekige perceel (nr. 73) kunnen we ons daarbij iets voorstellen dat ook min of meer overeenstemt met een algemeen modeverschijnsel: de 'verlandschappelijking' van tuinen die vanaf 1840-1850 ook tot pastorietuinen doordringt. Op dit perceel staan enkele bomen, onder meer een zilverlinde (Tilia tomentosa), die ooit op 3 meter hoogte is afgebroken, waarvan vervolgens de kern is weggerot maar die een nieuwe kruin gevormd heeft op tot stammen uitgegroeide gedeelten van de periferie; de stamomtrek van deze linde bedroeg minstens 380 centimeter (standaard gemeten op 150 cm hoogte) en dat zou kunnen overeenstemmen met een leeftijd van ongeveer 130 jaar. Dit landschappelijk aangelegd perceel eindigt min of meer in een ophoging, die plaatselijk het karakter aanneemt van een heuveltje, mogelijk bedoeld als uitkijk- of rustpunt. In deze zone bevinden zich enkele oudere gewone esdoorns (Acer pseudoplatanus) en een mooie gewone robinia (Robinia pseudoacacia). Het poeltje op de grens van de percelen was vermoedelijk ook bedoeld als landschappelijk element.
Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 2019: Pastorie Sint-Jan-de-Doperparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313150 (geraadpleegd op ).
Pastorie gebouwd omstreeks 1788-1791 met pastorietuin van 22,5 are, oorspronkelijk bestaande uit drie percelen met specifieke bestemming; pastorietuin vermoedelijk rond 1870 heraangelegd met een 'landschappelijk' gedeelte. In 1988 opnieuw aangelegd met behoud van oude elementen en respect voor de oude indeling.
Het pastoriegoed van Binkom omvatte rond 1830 volgens het Primitief kadaster vier percelen: het pastoriegebouw (perceel 70), een dubbel huis van baksteen met zandstenen sokkel en hoekkettingen, twee verdiepingen en een laag bijgebouw, opgetrokken in 1788-1791; het rechthoekige, licht hellende perceel 72, dat onmiddellijk bij de pastorie aansluit; een rechthoekig boomgaardperceel (nr. 73) in het verlengde van het voorgaande; en een min of meer driehoekig boomgaardperceel (nr. 71), naast de percelen 70 en 72. In 1872 worden boomgaarden en tuin tot één "pastorijhof" van 22,5 are versmolten. In 1976 verdween de laatste pastoor. Toen in 1988 de pastorie door de huidige bewoner werd aangekocht, verkeerde ze in een ruïneuze staat. Vlak voor de verkoop was daarenboven een oude aanbouw aan de rechterzijde van het hoofdgebouw afgebroken. De huidige eigenaar heeft het gebouw gerestaureerd en de tuin heraangelegd. Bij deze heraanleg werden oude elementen zoveel mogelijk gespaard – en aangevuld – zodat wij ons toch een beeld kunnen vormen van de pastorietuin in betere dagen.
Het rechthoekige perceel (nr. 72) in de schaduw van het gebouw is een vast gegeven bij elke pastorietuin; traditiegetrouw was dit perceel kruisgewijze ingedeeld en werd het gebruikt voor 'nut en sier'. De oorspronkelijke symmetrie van dit perceel is nog afleesbaar uit twee oude taxussen (Taxus baccata) die min of meer symmetrisch staan opgesteld ten opzichte van de achterdeur van de pastorie. Het perceel wordt aan de westzijde afgezoomd door een jonge aanplanting van leilinden. Het gecementeerde dubbele waterbekken in het centrum van het perceel is een creatie uit de jaren 1940 of 1950. Achter de leilinden bevindt zich het oude driehoekige boomgaardperceel (nr. 71) dat, conform het historisch gebruik, opnieuw met fruitbomen werd beplant. Vlak bij het huis werd echter een omhaagd parterretuintje aangelegd.
De kadastrale mutatie van 1872, waarbij de drie tuinpercelen tot een groot perceel worden samengevoegd, signaleert vermoedelijk dat de tuin toen heringericht werd. Dankzij het achterste rechthoekige perceel (nr. 73) kunnen we ons daarbij iets voorstellen dat ook min of meer overeenstemt met een algemeen modeverschijnsel: de 'verlandschappelijking' van tuinen die vanaf 1840-1850 ook tot pastorietuinen doordringt. Op dit perceel staan enkele bomen, onder meer een zilverlinde (Tilia tomentosa), die ooit op 3 meter hoogte is afgebroken, waarvan vervolgens de kern is weggerot maar die een nieuwe kruin gevormd heeft op tot stammen uitgegroeide gedeelten van de periferie; de stamomtrek van deze linde bedroeg minstens 380 centimeter (standaard gemeten op 150 cm hoogte) en dat zou kunnen overeenstemmen met een leeftijd van ongeveer 130 jaar. Dit landschappelijk aangelegd perceel eindigt min of meer in een ophoging, die plaatselijk het karakter aanneemt van een heuveltje, mogelijk bedoeld als uitkijk- of rustpunt. In deze zone bevinden zich enkele oudere gewone esdoorns (Acer pseudoplatanus) en een mooie gewone robinia (Robinia pseudoacacia). Het poeltje op de grens van de percelen was vermoedelijk ook bedoeld als landschappelijk element.
Bron: DENEEF R. 2002: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant: Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. 2002: Pastorie Sint-Jan-de-Doperparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313149 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis met twee verdiepingen met lage bijbouw uit het vierde kwart van de 18de eeuw. Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de sokkel en de regelmatige hoekkettingen; rechthoekige vensters en deur voorzien van vlakke omlijstingen met uitspringende sluitsteen. Gewijzigde dakhelling.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Pastorie Sint-Jan-de-Doperparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42653 (geraadpleegd op ).