De neogotische Onze-Lieve-Vrouwekapel in Heikant werd gebouwd omstreeks 1840. Ze ligt op een halfcirkelvormige aanplanting (14 are) van beuken en gekandelaarde linden. De gebogen zijde is afgezet door pijlerkapellen met de 13 kruiswegstaties; de 14de statie wordt gevormd door het graf van Christus dat zich bevindt in de crypte onder het koor van de kapel.
Historiek
De kapel werd omstreeks 1840 opgetrokken in een neogotische stijl op de funderingen van een oudere kapel, waarvan de bouw in 1630 zou gestart zijn in een periode waarin tal van boskapellen de ultieme recuperatie van heidense devotieplaatsen bezegelden, dit in het kader van de Contrareformatie. Op deze plaats zou volgens de legende een houten Mariabeeldje teruggevonden zijn, dat afkomstig was van de afbraak van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Rotselaar. Iemand hing het beeldje op aan een boom en de plaats groeide uit tot een bedevaartsplaats. De toenmalige pastoor van Wezemaal besliste toen om er een kapel te bouwen.
Op de figuratieve kaart van de baronie Rotselaar door J.B. Joris (1767) wordt een gebouwtje afgebeeld dat beantwoordt aan een veelvuldig voorkomend model: een eenbeukige ruimte op rechthoekige plattegrond onder een zadeldak met dakruiter, mogelijk met een barokke voorgevel, maar in het perspectief van de afbeelding blijft deze zijde van het gebouw verborgen.
Op de Primitieve Kadasterkaart, opgemaakt door J. Gulikers in 1820, wordt een rechthoekig grondplan met een kruisje (perceel 625) weergegeven, in een mutatieschets van 1895, duidelijk met een afgeronde zuidzijde, vermoedelijk de apsis van de kapel. De (herop)bouw omstreeks 1840 werd kadastraal niet geregistreerd; het rechthoekige grondplan van de kapel bleef op het kadaster gedurende de hele 19de eeuw ongewijzigd.
Beschrijving
Het betreft een neogotische kapel op zeshoekige plattegrond met polygonale sluiting, waaronder zich een crypte bevindt. Het geheel is opgetrokken uit baksteen met verwerking van ijzerzandsteen voor de onderbouw, muurbanden en omlijstingen. Het hexagonale, leien schilddak wordt bekroond door een klokkenruiter met smeedijzeren kruis. Elke hoek van het gebouw wordt gemarkeerd door een steunbeer met een rondboognisje met reliëf; deze reliëfs vertonen een aantal mysteries van de Rozenkrans.
Twee spitsboogvensters met smeedijzeren, ruitvormige roeden zorgen voor de verlichting en twee blinde spitsboogvensters flankeren het polygonale koor dat in de kopgevel een oculus bevat. De spitsboogdeur zit gevat in een gelijkaardige omlijsting van ijzerzandsteen en wordt bekroond door een druiplijst met gestrekte uiteinden en een nis met reliëf zoals in de steunberen. Links van de deur zit een gevelsteen met opschrift 'Hier offert men ter eere van Onze Lieve Vrouwe ter Heyde' en eronder een offergleuf.
De crypte onder het koor is van buitenaf te bereiken via een trapje en is afgesloten door een ijzeren hek in een rondboogomlijsting van ijzerzandsteen.
Het interieur is overwelfd door een neogotisch stucgewelf met geprofileerde ribben. In het koor staat er een neogotisch houten altaar met twee plaasteren engelenbeelden.
De kruiswegkapellen zijn uitgewerkt als bakstenen pijlertjes op een voet van ijzerzandsteen en bovenaan voorzien van een rondboognis met gepolychromeerde reliëfs die de staties van de kruisweg voorstellen; de nisjes zijn op hun beurt bekroond door een ijzeren kruis en de passiewerktuigen.
Het plantsoen rond de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten is een typische religieuze thematuin, waarin getallensymboliek en godsdienstige rituelen de aanleg en inrichting hebben bepaald. Parallel met de bolle, halfronde buitenzijde van het kapelperceel werden – vermoedelijk rond 1920 – twee rijen beuken (Fagus sylvatica) geplant, 23 exemplaren in het totaal, met stamomtrekken die momenteel variëren tussen 127 en 283 centimeter (stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte). Het perceel wordt daardoor volledig overschaduwd. Het wordt aan de (rechte) straatzijde afgelijnd door een rij van gekandelaarde zomerlinden (Tilia platyphyllos), de dikste met een stamomtrek van 152 centimeter, oorspronkelijk veertien in aantal (verwijzing naar de veertien staties), nu nog twaalf.
Opmerkelijk is het niveauverschil (tot 2 meter) tussen het kapelperceel en het omliggende landschap, dat veroorzaakt zou zijn door een zandwinning in de jaren 1950. Op de bodemkaart wordt de (nu lintbebouwde) omgeving van de kapelheuvel als "groeve" aangeduid. De vegetatie van de kapelheuvel wordt gedomineerd door heischrale soorten zoals bochtige smele (Deschampsia flexuosa), fijnbladig schapegras (Festuca ovina subspecies tenuifolia), schermhavikskruid (Hieracium umbellatum), zaailingen van Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina).
- Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, dossiernummer DB000559, kapel Onze-Lieve-Vrouw-van-Zeven-Smarten te Heikant, beschermingsdossier 1978, C. Goeyvaerts.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Rotselaar 1895 nr. 35.
- BAEYENS L., Bodemkaart van België: kaartblad Rotselaar 74E, Centrum voor Bodemkartering, 1960.
- DE MAEGD C., verslag voor het 'voorontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten en stads- en dorpsgezichten' met betrekking tot het 'dorpsgezicht' van de kapel en haar omgeving d.d. 31 mei 1979, archief Monumenten en Landschappen, Leuven.
- DENEEF R. (red.) 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Hageland – Noordoosten van Vlaams-Brabant, Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest, Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo, M&L Cahier 14, Brussel, 237-238.
- DE RAS J., Historische aantekeningen over 1. De heeren van het land van Rotselaar..., Leuven, Peeters, 1907, p. 45.
- VANDEN BRUEL J.B., Beschryf van de dorpen van het kanton Haacht, Leuven, C.-J. Fonteyn, 1861, p. 18-20.
- WOUTERS V., Legendarisch en vroom Hageland, Leuven, I.G.O., 1998, p. 183.