Teksten van Sint-Annakapel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4274

Sint-Annakapel ()

Kapel van het Sint-Annagodshuis of Weduwengasthuis, dat in 1400 werd gesticht door Elisabeth, weduwe van Jan Hays, en Boudewijn de Riddere, als verblijf voor zes oude vrouwen. De kapel kwam in datzelfde jaar tot stand, toegewijd aan Sint-Anna. In 1540 namen de aalmoezeniers van de Armenkamer het beheer over van het godshuis, dat vanaf het Franse bewind ressorteerde onder het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Het godshuis kende een welvarend bestaan; pas in 1963 verdween de laatste bewoner en werd het door de Commissie voor Openbare Onderstand verhuurd. De kapel was in de 19de eeuw een tijd lang de werkplaats van de beeldhouwer Frans Joris; daarna diende ze als boekenmagazijn voor de stadsbibliotheek, en nog later als opslagplaats van een melkboer.

Eenvoudige gotische zaalkerk van één travee, onder een gecombineerd zadeldak met kruisende nok (leien). De tuitgevel met linker schouderstuk heeft een parement uit zandsteen, in de geveltop verankerd door smeedijzeren muurankers. Twee houten kelderluiken doorbreken de basis aan weerszij van het portaal, links getoogd, rechts hoger en rondbogig. Boven het portaal een hoog spitsboogvenster met geprofileerd beloop, drieledig hoog-gotisch maaswerk met drie- en vierpassen, afgelijnd door een spitsbogige waterlijst. Een rechthoekig luik doorbreekt de top. Het markant barokportaal uit blauwe hardsteen, met een rijk gesculpteerde, houten deur, dateert uit de 17de-eeuw. Het geblokte rondboogportaal met gelede imposten en een gevleugelde engelenkop als sluitsteen, wordt geflankeerd door twee geringde zuilen en pilasters met geblokte basis en composiet kapiteel, gecantonneerd door voluten. Boven de sluitsteen bevindt zich een paneel in spiegelboogomlijsting tussen gevleugelde engelenkoppen, afgewerkt met een gekorniste, gestrekte waterlijst. Deze dient als basis voor een spiegelboognis in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen, geflankeerd door voluten en bekroond door een gekornist, driehoekig pseudo-fronton. In deze nis bevonden zich de beelden van Sint-Anna en Onze-Lieve-Vrouw met een stralenkrans, die in het eerste kwart van de 20ste eeuw verdwenen. De houten rondboogdeur met spijkerbeslag, een omlijste spiegel en een mascaron, wordt in het boogveld bekroond door twee gevleugelde sfinxen met een bloemenguirlande.

De achtergevel is een gekaleide lijstgevel onder een zadeldak (leien) tussen aandaken. Het hoge spitsboogvenster met ijzeren roeden vervangt een ouder, hoger geplaatst spitsboogvenster, waarvan het restant van de archivolt zich aftekent in het metselwerk. Onder de daklijst steigergaten.

Het interieur wordt verstoord door het inbrengen van twee vloerniveaus op T-balken in de naoorlogse periode. Een deel van de oorspronkelijke hardstenen vloer is overgebleven. Houten spitsbooggewelf met moerbalken die rusten op gesculpteerde korbelen, waarvan slechts één overblijft. In de oostelijke muur nog een gotisch venster in zandstenen omlijsting.


Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. & Braeken J. 2018: Sint-Annakapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298176 (geraadpleegd op ).


Sint-Annakapel ()

Kapel van het Sint-Annagodshuis of Weduwengasthuis, dat in 1400 werd gesticht door Elisabeth, weduwe van Jan Hays, en Boudewijn de Riddere, als verblijfplaats voor zes arme oude vrouwen. De kapel werd in datzelfde jaar gebouwd en toegewijd aan Sint-Anna. In 1540 kwam het godshuis onder beheer van de aalmoezeniers en tijdens de Franse periode werd het bestuur overgenomen door de Commissie der Burgerlijke godshuizen. Het godshuis kende een welvarend bestaan; pas in 1963 verdween de laatste bewoner en werd het door de C.O.O. verhuurd. De kapel was in de 19de eeuw een tijd lang de werkplaats van de beeldhouwer F. Joris; daarna diende ze als boekenmagazijn voor de stadsbibliotheek, en nog later als opslagplaats van een melkboer.

Eenvoudig gotisch zaalkerkje van één travee met zandstenen tuitgevel en zadeldak. Aan beide zijden van de ingang bevinden zich keldermonden: aan de linkerkant met segmentboog en aan de rechterkant een hogere met rondboog. Boven het portaal een hoog spitsboogvormig drielichtsvenster met hoog-gotisch maaswerk, afgelijnd door een gelijkvormige waterlijst; boven dit venster een luik. Het meest opvallend is het 17de-eeuwse barokportaaltje met rijk gesculpteerde rondboogdeur, gevat in een geblokte arduinen omlijsting met sluitsteen in de vorm van een gevleugelde engelenkop, en geflankeerd door twee geringde zuilen met volutekapiteel, gecantonneerd door vleugelstukken. Boven de engelenkop is een paneel aangebracht tussen sfinxen, waarboven een gekorniste waterlijst die als basis dient voor een spiegelboogvormige nis met geprofileerde omlijsting, onder een mijterboogvormige gekorniste druiplijst en onderaan geflankeerd door vleugelstukken. In deze nis bevonden zich de beelden van Sint-Anna en Onze-Lieve-Vrouw, die in het eerste kwart van de 20ste eeuw verdwenen.

De achtergevel is een lijstgevel onder afgesnuite bedaking (leien) tussen aandaken. Hoog spitsboogvenster met verwijderde tracering vertoont sporen van verbouwing; omlijsting van de oorspronkelijke toestand bleef in de gevel gedeeltelijk bewaard. Onder de daklijst steigergaten.

Van het interieur is weinig bewaard gebleven. Het werd beschadigd door de recente inbrenging van twee niveaus op T-balken. Een deel van de oorspronkelijke arduinen vloer is overgebleven. Houten spitsbooggewelf met moerbalken die rusten op gesculpteerde korbelen, waarvan slechts één overblijft. In de oostelijke muur nog een gotisch venster in zandstenen omlijsting.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Sint-Annakapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4274 (geraadpleegd op ).