Al in de 14de eeuw is er op deze plaats sprake van Huis De Valk, in de loop van de 18de eeuw gekend als herberg en brouwerij. Op de Ferrariskaart van 1770-1778 is de zuidzijde van de Kasteelstraat ingenomen door een ononderbroken lintbebouwing; aan de hand hiervan is dus niet op te maken hoe de bebouwing op dit perceel er uit zag. Op het 19de-eeuwse kaartmateriaal wordt er een vrij groot L-vormig volume weergegeven, dat nagenoeg ongewijzigd bleef tot op vandaag en bestaat uit een ruim deel op rechthoekige plattegrond aan de straat met een lang haaks aanbouwsel ten zuiden. In het tweede kwart van de 19de eeuw was hier volgens de literatuur een kostschool ingericht, in de periode 1825-1830 voor jongens onder het bestuur van de echtgenoten Vanderpoel-Lambrechts en in de periode 1831-1844 een kostschool voor jongens en meisjes onder leiding van het echtpaar Demeur-Druser.
Het volume aan de straat is een onderkelderd breedhuis van acht traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, dat minstens opklimt tot het einde van de 18de eeuw, mogelijk met oudere kern. Beschilderde en recent opnieuw bepleisterde lijstgevel op witte natuurstenen plint, rechts imitatie. Rechthoekige vensters met T-ramen, beluikt op de begane grond. Op de eerste verdieping zijn de vensters gevat in een geriemde omlijsting. Eind 18de-eeuwse rechthoekige deuromlijsting van kalkzandsteen in classicistische stijl, voorzien van oren, sluitsteen en een zware geprofileerde kroonlijst.
Links naast de deur bleef een brandverzekeringsplaatje bewaard; het toont de aartsengel Michaël die de duivel overwint, omgeven door het opschrift ‘PRIMES/ BRUXELLES’, verwijzend naar de Brusselse verzekeringsmaatschappij, opgericht in het jaar 1821. Uiterst links zit er een grote rechthoekige poort, vermoedelijk in oorsprong de doorrit naar de achtergelegen binnenplaats met bijgebouw. Voor de aanwezigheid en herkomst van de twee (gerecupereerde?) deurkloppers met het symbool van de tweekoppige adelaar op de poort werd geen verklaring gevonden. Eenvoudige houten kroonlijst ter aflijning.
De achtergevel werd gedeeltelijk aangepast in de loop van de 19de eeuw, maar bewaart nog een aantal elementen die verwijzen naar een oudere kern: onder meer omlijstingen van vroegere kruiskozijnen en een kalkzandstenen rondboogdeuromlijsting.
Gewelfde kelders.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Tervuren, afdeling II (Tervuren), 1854/2.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
- MAES F. 1952: Omheen de kerk van Tervuren, Eigen schoon en de Brabander XXXV, 164-172, 263-272, 298-307.
- STEVENS J. 1975: Geschiedenis van het onderwijs te Tervuren, De Horen 2.3, 8-12, 52-59, 88-92.