Volgens de literatuur stond hier sinds de 15de eeuw de hofstede 'Het grote Hert', in het begin van de 18de eeuw is er sprake van 'Sint-Huibrecht'. Een vrij recent aangebrachte, kunststoffen gevelplaat dateert de woning in 1798.

In 1848 was er op het kadaster op deze plaats een ruim volume ingetekend waarvan in hetzelfde jaar de afsplitsing van het huidige nummer 20 werd geregistreerd; in 1851 is er voor het hoekpand nummer 22 sprake van een 'reconstruction totale' met een mutatie van 'schuur en plaets' naar 'huys en plaets' in opdracht van Egidius Mellaerts, landbouwer; vermoedelijk kreeg het pand toen zijn neoclassicistisch uitzicht. Voortgaande op oude foto’s betrof het een onderkelderd breedhuis met een dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. In 1952 werd de splitsing in twee panden kadastraal geregistreerd; het rechtse gedeelte dat twee traveeën telde, werd omstreeks 1975 gesloopt en vervangen door een parkeerruimte.

Vandaag resten dus slechts de drie linkse traveeën; het betreft een breedhuis met recent opnieuw bepleisterde lijstgevel met 19de-eeuws uitzicht, horizontaal geleed door een geprofileerde puilijst en de doorgetrokken lekdrempels op de verdieping; voorheen waren op de begane grond imitatiebanden, vandaag is dit deel vlak bepleisterd. Rechthoekige vensters, beluikt op de begane grond, de bovenvensters in een geprofileerde omlijsting en voorzien van een gietijzeren leuning. De in oorsprong centrale deurtravee wordt op de bel-etage geaccentueerd door een deurvenster met balkon met sierlijk ijzeren hekwerk, gesteund door voluutconsoles. Rechthoekige deur met recent aangebracht jaartal 1798 erboven en voetschraper rechts. Fries met spiegelpanelen en steigergaten, afgedekt door paardenhoofden onder de vernieuwde kroonlijst op klossen.