Huis De Smeth ()

Ten oosten van de Sint-Pauluskerk ingeplant neoclassicistisch herenhuis, omgeven door een uitgestrekte tuin die ten zuiden reikt tot aan de Voer, waardoor het ensemble een sterk beeldbepalende functie heeft binnen het dorpscentrum van Vossem. Het domein is toegankelijk via een ijzeren hek aan de straatzijde.

Historiek

Voor de oprichting van het herenhuis halverwege de 19de eeuw was er op deze plaats een vrij omvangrijk gebouwencomplex. De sloop ervan wordt in 1855 kadastraal geregistreerd, een jaar later gevolgd door de intekening van een nieuwe constructie namelijk een U-vormig complex bestaande uit een hoofdgebouw, de woning, aan weerszijden geflankeerd door een haakse dienstvleugel.

Voor volgende historische gegevens werd gebruik gemaakt van het overzicht opgemaakt door P. Leynen en J. Van Diest in 'Bijdragen tot de geschiedenis van Vossem'.

De opdrachtgevers voor het bouwen van het herenhuis waren de zussen Isabella en Catharina De Smeth, renteniers die afstamden van een voornaam pachtersgeslacht uit het land van Gaasbeek. Hun grootvader, Peter De Smeth, was pachter van het Hof van Ravenstein en hun vader Jan-Baptist was van 1808 tot 1830 ‘maire’ en nadien burgemeester te Vossem en uitbater van het Hof der Twaalf Apostelen.

Isabelle en Catharina lieten op hun erfdeel een woning optrekken uit baksteen en vervolgens bepleisteren en schilderen; de bijhorende dienstvleugels bleven in baksteen. De vleugel ten oosten van de woning bestond uit de koeienstal met dienstruimten, de westelijke vleugel omvatte het koetshuis, de paardenstallen, de hooi- en oogstzolders en tegen de straat de woonst van het landbouwersgezin dat voor rekening van de zussen boerde.

In 1888 kwam het ensemble door erfenis in eigendom van advocaat Corneille De Smeth die ingrijpende wijzigingen uitvoerde waarbij de oostelijke vleugel werd vervangen door het huidige, lagere bijgebouw, kadastraal ingetekend in 1890. Hier werden nieuwe keukens ingericht en op de bovenverdieping kamers. Ten westen van de westvleugel werd tegelijkertijd een nieuw haaks volume ingetekend, dat in de jaren 1970 ingrijpend werd verbouwd en zijn huidig uitzicht verkreeg. De lusttuin met een grote variëteit aan bomen en een kleine vijver werd in diezelfde periode aangelegd. Na het overlijden van Corneille in 1901, werd zijn zoon Albert De Smeth, advocaat te Brussel, de nieuwe eigenaar; hij liet de bestaande bedaking van het herenhuis vervangen door het huidige mansardedak. Omstreeks 2001 werd het geheel gerenoveerd en werd het koetshuis uitgebreid in zuidelijke richting.

Beschrijving

Vandaag omvat het geheel het herenhuis met rechts de haakse dienstvleugel met koetshuis, beide kadastraal geregistreerd in 1856 en links het aansluitende bijgebouw dat op het kadaster werd ingetekend in 1890. Het ensemble omsluit aan de straat een gekasseide binnenkoer, toegankelijk via een ijzeren hek. Een ruime tuin met vijver die zich uitstrekt ten westen en ten zuidwesten reikt tot aan de Voer.

Herenhuis

Het onderkelderde en witbepleisterde herenhuis op rechthoekige plattegrond telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een circa 1901 aangebracht mansardedak. De lijstgevel met dubbelhuisopstand op een grijs geschilderde plint wordt geaccentueerd door een middenrisaliet met rechthoekige deur, uitlopend op een dakvenster met bekronend driehoekig fronton en cantonnerende voluten. De rechthoekige vensters met bewaard schrijnwerk zijn op de begane grond beluikt en op de verdieping voorzien van een doorgetrokken lekdrempel van blauwe hardsteen. De omlopende houten kroonlijst op klossen bleef bewaard en de achtergevel kreeg een gelijkaardige uitwerking; de bovenvensters zijn er in tegenstelling tot de voorgevel beluikt.

Bijgebouw

Het witbepleisterde, linkse bijgebouw van circa 1890 telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een half schilddak. De gevel wordt gemarkeerd door een middenrisaliet met bekronend driehoekig fronton, geflankeerd door rechthoekige, gevelhoge spaarvelden. Voor het overige sluit het uitzicht van deze vleugel aan bij het hoofdgebouw.

Koetshuis

Het koetshuis van circa 1856 werd omstreeks 2001 gerenoveerd en uitgebreid in zuidelijke richting. Het betreft een baksteenbouw van vier zichtbare traveeën (aan binnenplaatszijde) onder een pannen schilddak met de nok haaks op de straat. De sierlijke nokbekroning en oude Vlaamse dakpannen, nog te zien op archieffoto's van 2001, werden verwijderd. De op de binnenkoer uitgevende gevel wordt gemarkeerd door een rondboogarcade op pilasters. De verdiepte boogvelden zijn geopend door halfronde vensters met waaiervormige roeden. Twee vernieuwde rechthoekige poorten.

Hekwerk

IJzeren hekwerk in neoclassicistische stijl, heden witgeschilderd, op een gecementeerde basis en geflankeerd door gecementeerde pijlers met een bekroning van imitatie rotswerk. Gietijzeren zuiltjes met gecanneleerde schacht, acanthusbladmotief boven de vierkante voet en een sierlijke bolbekroning. Spijlen met speerpuntmotief.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Tervuren, afdeling III (Vossem), 1855/4, 1856/2, 1890/3.
  • LEYNEN P. e.a. 1979: Bijdragen tot de geschiedenis van Vossem, Tervuren, 107-110.

Auteurs:  De Vries, Birgit; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Vries B. & Kennes H. 2015: Huis De Smeth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/177637 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Herenhuis met twee verdiepingen, mansardedak en dakvensters uit de 19de-20ste eeuw, getuigend van een zekere neoclassicistische inslag. Bijgebouwen uit dezelfde periode. Zeer mooi omsloten door een ruim park.


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Huis De Smeth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42806 (geraadpleegd op ).