Heterogeen geheel waarvan het plan bestaat uit een vierkante toren, een korte beuk, een uitspringend transept en een door neogotische sacristieën geflankeerd koor met een driezijdige sluiting.

Blinde toren van ijzerzandsteen, waarvan de bovenpartij met kleine rode baksteen afgebouwd werd; jaartal 1716 op een gevelsteen in de westgevel en jaartal 1734 op de latei van het classicistisch zandstenen portaal.

Bakstenen beuk van 1761 (jaartal op de noordgevel) heropgebouwd op een basement van middeleeuwse breuksteen. Gotisch transept met speklagen van bak- en zandsteen, voorzien van scherpe puntgevels en verlicht door lancetvensters (einde 16de eeuw). Koor in verarmde gotische stijl, kort na de transeptarmen op een zelfde donkere zandstenen onderbouw opgetrokken uit baksteen van klein formaat (circa 1600).

Mobilair. Beelden in folkloristische stijl, onder meer een gotische calvarie (15de en 16de eeuw), Louis XV-meubilair (midden 18de eeuw).

Grafkruis van A.M. Goetens († 1747), aan de voet van de toren.