Indrukwekkend, onvoltooid gotisch gebouw van zandsteen dat één der zijden van de Grote Markt afbakent.
Het grondplan van de afgewerkte delen bestaat uit een drie traveeën diep koor, geflankeerd door bijbouwen en uitlopend op een zevenzijdige apsis, een ruim transept bekroond door een hoge toren en in het westen voorafgegaan door portalen. Koor uitgevoerd tussen 1358 en 1357 onder de leiding van de Franse architect Jean d'Oisy, die het plan volledig schijnt ontworpen te hebben.
Kruisribgewelven zonder steunkapitelen aan de zuilen in het zuiden en aan de koorsluiting, aan de buitenzijde verstevigd door met kleine zadeldaken afgedekte luchtbogen, waarvan de koppen evenals de pinakels verfraaid zijn met hogers en kruisbloemen. Opstand bestaande uit twee registers gescheiden door een cordon; triforium noch vensters in het rechter gedeelte doch apsis voorzien van hoge bovenlichten. Achteraan de zijbeuken, gebouwd door Jacob van Tienen (1383-circa 1410), werden zijkoren en een sacristie op strakke wijze bijgebouwd tussen 1841 en 1844; rijkere versiering van de kapitelen en de zuidkapellen die aan de buitenzijde verrijkt zijn met wimbergen verfraaid met gebeeldhouwde groepen, waterspuwers en blinde muurtracering naar Brabantse wijze. Zuidzijbeuk met neogotische inslag (1851).
Transept en toren voltooid door Sulpitius van Vorst van 1410 tot circa 1438; latere tussenkomst van M. de Layens. Rijzige noord- en zuidarm geopend door brede vensters en overkluisd met kruisribgewelven die op consoles rusten (in het zuiden) of die op typisch Brabantse wijze tot op de vloer doorlopen (in het noorden); in de kruising resten sporen van de arcade die uitzag op een niet gebouwd schip. Kruisingstoren bekroond met een barokke, uivormige spits (circa 1660) die tot voorbeeld diende voor die van de Sint-Germanuskerk.
In de voorgevel drie dieper liggende portalen, tussen stevige steunberen, toegeschreven aan Jean d'Oisy doch praktisch vernieuwd in 1913; oorspronkelijk zijn de pittoreske taferelen op de consoles (onder meer door Wouter Pans) de nisbaldakijntjes en de levendige friezen van loofwerk die de cordons onderlijnen.
Mobilair: Schilderij van de Heilige Maagd (16de eeuw) en van Heilige Anna door P. Verhaghen (1791); in de kruisarmen, beeldjes uit de 16de en 17de eeuw (volkskunst); barokzijaltaren (tweede helft 17de eeuw); baroklambrisering en biechtstoelen, Antwerps werk (1671); koorgestoelte van J.C. Bastin van Namen (circa 1772).