Bovenaan de Wolmarkt, tegenover de Sint-Germanuskerk bevinden zich de drie voorname herenhuizen Wolmarkt nummers 15-17, 19 en 21, de zogeheten Van Ransthuizen. De benaming verwijst naar de adellijke familie Van Ranst die de drie panden in de loop van de 17de eeuw liet optrekken. Volgens de meeste auteurs kwam de familie Van Ranst zich in de laatste decennia van de 15de eeuw in de stad vestigen. Door opeenvolgende huwelijken werden de afstammelingen gelieerd met de meest vooraanstaande Tiense families. Verschillende onder hen zouden opklimmen tot de belangrijkste openbare ambten en maakten – niet zelden als burgemeester - deel uit van de stadsmagistraat. Zowel Adriaan Van Ranst, in 1568 burgemeester van Tienen, als zijn zoon Jacobus komen voor op de geschilderde predella (2de helft 16de eeuw) van het Sint-Maurusaltaar in de Onze-Lieve-Vrouwkapel van Grimde. In de Sint-Germanuskerk bleef een marmeren epitaaf (circa 1618) van de familie bewaard.
Van de Van Ransthuizen zijn de respectievelijk in 1690 (de jaarsteen met het jaartal 1711 zou verwijzen naar herstellingen na de val van de kerktorenspits) en 1661 opgetrokken panden nummers 21 en 19 de jongste van de drie. Het gaat om barokke bak- en zandstenen breedhuizen die zich onderscheiden door hun formele rijkdom en prestigieuze uitstraling. De oudste woning, de huidige huisnummers 15-17 (primitief kadasternummer 693), dateert volgens de gevelankers uit 1636 maar bevat een veel oudere kern.
De bebouwing op dit perceel gaat minstens terug tot 1400 toen het eigendom was van Jan de Wisselere, in de 16de eeuw opgevolgd door de lombard Jan de Menche. In de middeleeuwen was "lombard" de gebruikelijke benaming voor de aanvankelijk uit Lombardije afkomstige internationale geldschieters. Niet verwonderlijk dus dat het pand bekend stond als de grote Lombaard dit ter onderscheid met de naastgelegen kleine Lombaard.
In 1614 kwam de grote Lombaard door huwelijk met Catharina Traetsens, eigenares van het pand, in het bezit van de familie Van Ranst. Het werd zwaar geteisterd tijdens de brandstichting van Tienen in 1635 en het jaar daarop, volgens de gevelankers, door jonker Jacob Van Ranst heropgetrokken. Met het overlijden van Michiel Van Ranst in 1741 verdween de Van Ranstdynastie op de Wolmarkt waarna de drie panden meermaals van eigenaar veranderden. In 1830 was de grote Lombaard, de huidige nummers 15-17, nog een omvangrijk complex van gebouwen, stallen en hovingen dat achteraan reikte tot aan de Minderbroedersstraat. Midden 19de eeuw was het eigendom van de brouwersfamilie Loriers. In 1932 werd de woning door de toenmalige eigenaar in twee loten opgedeeld.
De woning Wolmarkt 15 omvat de twee rechter traveeën van het oudste Van Ransthuis: een omvangrijke herenwoning opgevat als een zes traveeën en drie en een halve woonlaag tellend, ondiep breedhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl, afgedekt met een steil leien zadeldak tussen zijtrapgevels. De wellicht in het begin van de 20ste eeuw gecementeerde voorgevel wordt door middel van decoratieve gevelankers 1636 gedateerd. Op basis van recent bouwhistorisch en materiaaltechnisch onderzoek kan het oorspronkelijke geveluitzicht van de 17de-eeuwse bovenbouw worden gereconstrueerd: een bakstenen parement met drie speklagen per bouwlaag, twee registers van kruisvensters met een gedrukte boog met afwisselend gebruik van baksteen en Gobertange als ontlastigingssysteem en helemaal bovenaan een rij bolkozijnen. Het onderzoek bevestigde tevens de 15de-eeuwse origine van de deels halfondergrondse en deels gelijkvloerse, volledig in Gobertange uitgewerkte sokkelvormende onderbouw met centraal een brede korfboogpoort. Als bewijs hiervoor wordt onder meer verwezen naar de kwartronde sokkellijst, de korfboogvensters met biljoenvormige aanzet en voornamelijk naar de vooruitspringende natuurstenen brandmuur rechts, die rust op een gehistoriseerde console met twee fabeldieren. Deze vooruitgeschoven scheidingsmuur suggereert een oorspronkelijke houten bovenbouw.
De linkerwoonhelft werd aan de achterzijde in een recent verleden gerestaureerd en geschilderd. De achtergevel van de rechterwoonhelft toont nog het originele baksteenparement met onregelmatige hoekketting, muizentandfries, steigergaten, deels bewaarde speklagen en twee kleine rechthoekige vensters en een oorspronkelijk kruisvenster met negblok-omlijsting. Haaks op de woning een recenter, vermoedelijk 19de-eeuws bijgebouw. Het interieur toont duidelijke sporen van diverse functionele aanpassingen. De overwelfde kelders met natuurstenen trap en zwart-rode tegelvloer, de dragende structuur met moerbalken op geprofileerde, natuurstenen consoles, de genummerde kapspanten alsook de molenaarstrap naar de zolder bleven bewaard. De aansluitende stadstuin is volledig omsloten door een grotendeels bakstenen deels kwartsieten ommuring met diverse sporen van vroegere bijgebouwen. Opmerkelijk is tevens een momenteel gedicht natuurstenen poortje dat toegang verleent tot een ondergrondse annex op het terrein van de buren.
Bron: Beschermingsdossier DB002318 (2010)
Auteurs: Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Paesmans G. 2010: Herenhuis Van Ranst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134201 (geraadpleegd op ).
Eén der "Van Ransthuizen". Groot burgerhuis gedateerd 1636 (fraaie muurankers in de voorgevel) waarvan enkele delen tot de 15de eeuw behoren: zoals de zijtrapgevel en steile dakhelling, de uitstekende rechterbrandmuur, opgevangen op een voorheen met reliëfs versierde console.
Uitspringend basement, doorbroken door rondboogramen en een deur. Het bovengedeelte van het gebouw uit de 17de eeuw is volledig gecementeerd; vernieuwde vensteromlijsting en ook wijzigingen aan de benedenverdieping.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Herenhuis Van Ranst [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42900 (geraadpleegd op ).