Teksten van Huis van Chantrijn met stadstuin

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43017

Tuin van het Huis van Chantrijn ()

Stadswoning uit de 18de eeuw, vóór de Franse Revolutie eigendom van de ridders van Malta, met landschappelijke stadstuin van 27 are, oorspronkelijk 35 are, aangelegd in de jaren 1880.

Chantraine bij Geldenaken was een commanderij van de ridderorde van Malta (oorspronkelijk de hospitaalridders van Sint-Jan), die tijdens het ancien régime eigenaar was van een refuge in de Minderbroedersstraat, ook 'Huis van Walsberge' genoemd naar de gelijknamige hoeve te Wommersom, eigendom van dezelfde orde. In 1798 werd het pand verkocht aan Théodore Adrien Goossens, wiens weduwe in 1831 optreedt als Primitieve eigenares. Het 'Huis van Chantrijn' bestond uit drie afzonderlijke gebouwen en een binnenplaats die uitgaf op de straat. Volgens de kadastrale legger had Goossens in het pand ook een door paarden aangedreven oliemolen geïnstalleerd, die tot 1851 func­tio­neerde. De achterliggende tuin was 23 are 70 centiare groot. Het huidige gebouw betreft een oorspronkelijk gepleisterde baksteenbouw met L-vormige plattegrond, van twee bouwlagen en negen traveeën, voorzien van rechthoekige vensters van zandsteen. In de linkertravee bevindt zich een Lodewijk XVI-rondboog­poort, inschreven in een rechthoekige omlijsting, met aan bovenzijde aansluitend een door voluten geschraagd balkon met smeedijzeren borstwering. In haar huidige toestand ontstond het goed waarschijnlijk na een verbouwing in het begin van de jaren 1880. De opening naar de straat werd toen dichtgebouwd en de vleugel parallel met de straat werd gesloopt. De tuin werd daarbij tot bijna 35 are uitgebreid. In 1931 werd de dwarsvleugel samen met de drie rechtse traveeën afgesplitst en omgevormd tot een apart ­eigendom. De huidige eigenaar heeft dit alles opnieuw verenigd. De tuin werd toen verkleind tot de huidige 27 are, maar de landschappelijke aanleg moet in de jaren 1880 zijn uitgevoerd door Arthème Goossens, de kleinzoon van eerstgenoemde.

Zoals de meeste 19de-eeuwse stadstuinen gaat het om een centraal gazon, lichtjes uitgeschulpt want concaaf geeft een grotere indruk, omringd door een bomengordel. De grote bomen – in dit geval bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en witte paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum), misschien ook ooit iepen (Ulmus glabra of laevis) – vormen de rand, de kleinere bomen – in dit geval cipresachtigen zoals een bijzonder mooie Wisseliischijncipres (Chamaecyparis lawsoniana 'Wisselii') en een uit de kluiten gewassen dwergvorm van hinokischijncipres (Chamaecyparis obtusa 'Nana Gracilis') – staan in vooruitgeschoven positie. Een min of meer slingerend rondpad loopt langs de bomengordel en verdwijnt nu en dan achter de vooruitgeschoven bomen of struikmassieven van oude buxussen (Buxus sempervirens), bonte beshulst (Ilex aquifolium 'Argenteomarginata'), sevenboom (Juniperus sabina), rododendron (Rhododendron ponticum cv.?), sneeuwbes (Symphoricarpos albus), boerenjasmijn (Philadelphus coronarius) en hazelaar (Corylus avellana). Bij de oorspronkelijke beplanting hoort vermoedelijk ook de rij van de gekandelaarde zomerlinden (Tilia platyphyllos) – mogelijk ooit leivormen – aan de zuidrand van de tuin, bij de uitgang van de koetspoort. Het achterste gedeelte werd opgehoogd met de uitgegraven aarde van het centrale gedeelte. Op dergelijke plaatsen stond vaak een paviljoen, een prieeltje of een blikvanger in de vorm van een beeld of rotswerk. De steenbrokken die momenteel een trapje vormen, lijken te bevestigen dat dit ook hier het geval was. In 2002 werd het vervallen Huis van Chantrijn verkocht aan de huidige eigenaar, die het grondig renoveerde, de tuin opkuiste en enkele nieuwe elementen aanbracht zoals een kleine buxusparterre.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Tienen, art. 331 nr. 9, art. 1349 nr. 16, art. 2564 nrs. 24, 25 en 47.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212A Tienen, art. 133 nrs. 1, 2, 8 en 9.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Tienen 1884 nr. 18 en 1931 nr. 25.
  • Bou­wen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaan­deren – arrondissement Leuven, Brussel, Ministerie van Nederlandse Cultuur, 1971, p. 402-403 (summier beschreven en als laat-18de-eeuws beschouwd).
  • KEMPENEERS P., Thuis in Thienen (I), Tienen, uitg. P. Kempeneers, 1999, p. 433-435.
  • WAUTERS A., Géographie et histoire des communes belges. Arrondissement de Louvain – canton de Tirlemont, ville de Tirlemont, Bruxelles, Culture et Civilisation, facsimile van editie 1874, 1963, p. 128.

Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs:  Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. 2008: Huis van Chantrijn met stadstuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313232 (geraadpleegd op ).


Stadswoning in Lodewijk XVI-stijl ()

Voormalige eigendom der Ridders van Malta (Maltakruis op de sluitsteen). Louis XVI-huis met twee verdiepingen uit het laatste kwart van de 18de eeuw.

Oorspronkelijk bepleisterde baksteenbouw met rechthoekige vensters van zandsteen. Rondbooginrijpoort, ingeschreven in een rechthoekige omlijsting, bekroond met een van gesmeed ijzeren balustrade voorzien balkon dat door volutes wordt gedragen.


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Huis van Chantrijn met stadstuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/43017 (geraadpleegd op ).