Geheel van twee gekoppelde winkelhuizen in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van de heer E. De Rop, naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide uit 1902.

De winkelhuizen De Rop behoren tot het rijpe oeuvre van Louis Hamaide, wiens carrière als architect omstreeks 1880 van start ging. Waar zijn vroege ontwerpen overwegend aan het conventionele neoclassicisme beantwoorden, past hij omstreeks de eeuwwisseling een rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur toe, die zijn twee realisaties in de Leysstraat kenmerkt, het hotel Dierckx uit 1898 en het winkelhuis Heye uit 1899. Omstreeks 1905 levert de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.

De volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen omvatten elk twee ongelijke traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (pannen). De lijstgevel met een parement uit witte natuursteen, rust op houten winkelpuien vanaf een hardstenen plint. Daarvan is de structuur met zijportaal en pilasters bewaard, het entablement bestopt met panelen, en het typische schrijnwerk in zweepslagstijl verwijderd. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, verticaal opgedeeld in smalle hoekrisalieten en brede middentraveeën. Brede hoefijzerboogvensters met een bewerkte waterlijst, tussen spiegelboogvensters met een waterlijst op kraagstenen en een spitsboogveld, accentueren de eerste verdieping. De hogere verdiepingen zijn opgebouwd uit registers van korf- en steekboogvensters. Alle vensters hebben een bewerkte, gebogen lekdrempel met spuwer. Een klassiek hoofdgestel, oorspronkelijk met een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; van de hoefijzerboogfries uit het gevelontwerp werd afgezien.

Beide panden bestaan uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

Breedhuis van vier traveeën van ongelijke breedte en vier bouwlagen, onder zadeldak (pannen). Lijstgevel met natuurstenen parement in art-nouveaustijl uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (bouwaanvraag van 1902 licht gewijzigd uitgevoerd). Begane grond met hoge houten winkelpuien. Steekboogvensters met lekdrempels, laatstgenoemde met diepe watergleuf. Hoofdverdieping gemarkeerd door hoefijzeromlijstingen met art-nouveau-ornamenten voor de middelste vensters: de zijvensters vertonen een latei op consoles, ontlast door een spitsboog met blind timpaan. Klassieke gevelbekroning, door middel van houten kroonlijst op klossen.