Neoclassicistisch burgerhuis volgens de bouwaanvraag uit 1848 opgetrokken in opdracht van ‘commissionaire’ R. Jacques Genicot. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geblokte begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Bij het decaperen van het baksteenmetselwerk van de bovenbouw, ging het stucdecor verloren. Geleed door de geprofileerde puilijst, legt de compositie de klemtoon op de rechter travee. Deze wordt gemarkeerd door het rechthoekige inkomportaal, gevat in een hardstenen omlijsting met geprofileerde dagkanten, tussen pilasters met ingediept basement en schacht, dat wordt bekroond door een gestrekte waterlijst met tandlijst op voluutconsoles en een casement. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen oorspronkelijk gevat in geriemde omlijstingen. De deurvensters van de bel-etage zijn verbonden door een borstwering vanaf de puilijst; de individuele lekdrempels van de tweede verdieping rusten op voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Latere inrijpoort in de voorlaatste travee. Gietijzeren voetschrapers.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1848#195 en 1848#212.