Traditioneel pand genaamd "Thien Geboden en (Gulden) Cruys", in oorsprong gekoppelde diephuizen met trapgevels of breedhuizen met dakvenster, uit de tweede helft van de 16de eeuw. De tweede verdieping werd in 1835 toegevoegd door de aannemer Jean Mintjens, vermoedelijk in opdracht van ‘marchand de toiles’ Fr. Joseph Thielens. Louis Thielens-Delaet liet deze verdieping in 1860 verhogen en bekronen met een hoofdgestel, en de huidige winkelpui aanbrengen in 1870. Van geen van beide ingrepen vallen ontwerper of aannemer uit de bouwdossiers af te leiden. Louis Thielens, de vader van architect Emile Thielens, baatte hier de handel in doeken en linnengoed verder uit. Het pand sluit de huizenrij af die aanleunt tegen het noordkoor van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, palend aan het noordtransept.
Constructie van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De gedecapeerde lijstgevel onderscheidt zich op de eerste bouwlaag door een sterk verstoord bak- en zandsteenparement met resten van speklagen en kwartholle negblokken, verankerd door smeedijzeren muurankers. De tweede verdieping is opgetrokken in baksteenbouw. Registers van aangepaste, rechthoekige vensters met lekdrempel. Van het klassieke hoofdgestel uit 1860 rest enkel de houten kroonlijst. Klassieke houten winkelpui met een middenportaal, pilasters en een entablement, vanaf een hardstenen plint.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1835#22, 1860#493 en 1870#174.
- HENDRICKX M. 1999: Uit de brand ontsproten: ontstaan en evolutie van de zuidelijke Lijnwaadmarkt, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1999.1-2, 1-26.