Teksten van Hoeve Hinnemeure met restant van omwalling

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43313

Hoeve Hinnemeure met restant van omwalling ()

Het betreft een Brabantse vierkantshoeve waarvan de huidige vormgeving teruggaat tot de eerste helft van de 18de eeuw. Het complex is stilistisch heterogeen en nog gedeeltelijk omwald, en bevat verwijzingen naar een vroegere vakwerkbouw met losse bestanddelen, wat wijst op een oudere kern.

Historiek

'Hinnemeure' wordt voor het eerst vermeld in 1631 als eigendom van Elisabeth de Bruyn, weduwe van Antonio Fernando de Castilio. Latere eigenaars waren de Sylvains (ook soms Bosmans genoemd) en Anne van Brouckhoven.

In 1775 was 'Hinnemeure' het bezit van de familie de Troostembergh, waarna de hoeve en de omliggende gronden - tweede derde bouwland en één derde hooiland - in 1837 en 1840 via respectievelijk erfenis en verdeling werden overgedragen aan de familie de Spoelbergh de Lovenjoel. De hoeve was toen bekend als 'Rottenspoel' - een verklaring voor deze naamsverandering is er voorlopig niet, tenzij hiermee de ligging nabij de moerassige kwelrijke komgronden tussen de hoeve en de Leibeek wordt bedoeld - en werd gevormd door "un corps de logis, grange, écuries, jardin, cloissière (?), prairies et dépendences contenant ensemble environ six hectares, 84 ares 44 centiares...".

In 1910 werd Marthe de Vinck de Deux Orp (echtgenote van Arnold Woelmans) de nieuwe eigenares. Sinds 1920 is 'Hinnemeure' eigendom van de familie Vanderzeypen die er tot voor enkele jaren een gemengd bedrijf van circa vijftien hectare, acht hectare akkerland en zeven hectare wei- en hooiland - uitbaatten.

Meer informatie over 'Hinnemeure' is terug te vinden in een eindwerk (1980) van twee studenten van de afdeling Architectuur van de Katholieke Universiteit Leuven, waarin naast een gedetailleerde architecturale analyse ook de bouwgeschiedenis uitvoerig aan bod komt. Deze informatie werd aangevuld met gegevens uit het archief van het kadaster.

De bouwgeschiedenis van de hoeve is grotendeels te reconstrueren aan de hand van de Ferrariskaart (circa 1770), de Poppkaart (circa 1860) en het kadasterarchief, vooral de mutatietekeningen.

Op de Ferrariskaart is 'Hinnemeure' volledig omwald voorgesteld met vier bouwvolumes in los verband rond een onregelmatig erf ingeplant. Dergelijke configuratie verwijst meestal naar oorspronkelijke hout- en leemconstructies die wegens brandgevaar op ruime afstand van elkaar werden opgetrokken. De zuidvleugel was op dat moment alleszins reeds versteend en is te identificeren met de huidige, 1731 gedateerde woon- en stalvleugel.

Tussen 1777 en 1839 werden de overige gebouwen vervangen door een langgerekte en geknikte westvleugel (Poppkaart) die een schuur, stallingen en een wagenhuis omvatte. In dezelfde periode werd de hoefijzervormige omgrachting herleid tot de nog bestaande vijver aan de oostzijde.

De laatste, ingrijpende verbouwing dateert van 1856, ten tijde van Maximilien de Spoelbergh. De westvleugel werd grotendeels afgebroken en vervangen door een gedeeltelijk nieuwe stal. Met het afbraakmateriaal werden ten slotte aan de oostzijde van het erf een wagenhuis en een washuis en aan de noordzijde een langsschuur opgetrokken. Deze drastische reorganisatie van het erf had voor gevolg dat de oorspronkelijke toegangsweg vanaf de Neerijsebaan werd verlegd naar de Wolfshaegenstraat.

In deze vorm bleef 'Hinnemeure' tot op heden bewaard, met dien verstande dat de oostvleugel, na een explosie tijdens de Tweede Wereldoorlog, gedeeltelijk diende heropgebouwd te worden.

Beschrijving

In haar huidige vorm is hoeve Hinnemeure een semi-gesloten vierkantshoeve in bak- en natuursteen met pannen zadeldaken en toegankelijk vanuit het westen via een smeedijzeren hekken. Op de schuurgevel na zijn alle erfgevels witgeschilderd met grijze plint.

Aan de zuidzijde van het erf de woon- en stalvleugel (40 bij 8 meter) onder één doorlopend zadeldak, aan de uiteinden afgewerkt met topgevels met vlechtingen, top- en schouderstukken. Boven de toegangsdeur prijkt een gevelsteen met een jaarsteen "ANNO 1736". Merkwaardig is de noord-zuid-oriëntering van het zeven traveeën brede woonhuis dat zijn originele indeling met opkamer, dwarsgang, woon- en familiekamer heeft bewaard.

Langs de erfgevel bevinden zich de rechthoekige toegangsdeur met vierkant bovenlicht in een negblokomlijsting en zes grote 19de-eeuwse ramen met duidelijk zichtbare sporen van vier kloosterkozijnen. Hetzelfde raamtype is in vrijwel originele toestand terug te vinden in de kopgevel waar twee kloosterkozijnen de opkamer verlichten, en in de veldgevel waar zes kloosterkozijnen met dichtgemetseld bovendeel een rechthoekige deur met negblokomlijsting en geprofileerde hoekconsoles flankeren. Alhoewel de inwendige structuur intact bleef, werden vloeren, haarden en binnendeuren volledig vernieuwd.

De aanpalende vijf traveeën brede stalvleugel is opgedeeld in drie compartimenten met paardenstal, voedergang en koestal. Alle muuropeningen langs de erfgevel zijn van recentere datum, terwijl in de veldgevel twee kleine vensters met negblokomlijsting zijn bewaard. De zoldering van zowel woonhuis als stallen bestaat uit een houten roostering van moer- en kinderbalken. Het ononderbroken zadeldak wordt gedragen door traditionele eiken spanten. Op de zolder drie originele eiken deuren.

Tegen de westgevel een latere uitbreiding onder lessenaarsdak.

Langs de westzijde van het erf de kleine stallen (22 bij 6,6 meter) voor jongvee en pluimvee, grotendeels herbouwd in 1856. Dit blijkt uit de gebruikte recuperatiebaksteen in combinatie met de eenvoudige muuropeningen.
De van I tot IIII genummerde gebinten met gebogen spantbenen zijn duidelijk veel ouder en toch opmerkelijk gaaf. De moerbalken waarop de zoldering rust zijn recuperatie van de oudere vakwerkstructuur die zich hoogstwaarschijnlijk op deze plaats bevond.

Ook de langsschuur (22 bij 13,6 meter) aan de noordzijde werd in 1856 opgetrokken uit recuperatiebaksteen van de voordien afgebroken westvleugel. Het is een typische Brabantse schuur met tas met doorrit en dorsvloer. Er werd uitsluitend gebruik gemaakt van baksteen met verzorgde baksteenfries en houten bovendorpels met bakstenen ontlastingsbogen boven poorten en vensters. Opmerkelijk zijn de drie traditionele kapgebinten met gebogen spantbenen met pen- en gatverbinding.

De oostvleugel ten slotte is veel minder homogeen en architecturaal minder verzorgd sinds de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Hij omvat een wagenhuis, een bakoven en washuis (of melkhuis) onder zadeldak met schild aan de zuidzijde.

  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • KNAEPS N. & VAN SOOM, H. 1980: Studie van twee hoeves te Neerijse, (onuitgegeven eindverhandeling), K.U. Leuven.
  • VERBESSELT J. 1964: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, 16, Pittem, 349.

Bron: Beschermingsdossier DB002014, Hoeve Hinnemeure met restant van omwalling (digitaal dossier)
Auteurs:  Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Hinnemeure met restant van omwalling [online], https://id.erfgoed.net/teksten/151655 (geraadpleegd op ).


Hoevegebouwen, schuur 1856 ()

Grote hoeve met los van elkaar staande gebouwen rondom het binnenhof. Woonvleugel met één verdieping uit 17de-18de eeuw; verbouwde voorgevel; achtergevel voorzien van halve kruisvensters met omlijsting van zandstenen hoekkettingen; zijgeveltoppen voorzien van vlechtingen en drie oculi. Schuur gedateerd 1856. Voor het overige weinig belangwekkende aanhorigheden. Interessant volume-ensemble in het landschap.


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Hinnemeure met restant van omwalling [online], https://id.erfgoed.net/teksten/43313 (geraadpleegd op ).