Traditioneel breedhuis genaamd "Roose", van twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), opgetrokken omstreeks 1553-1554 door de kerkmeesters van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Het pand maakt deel uit van de huizenrij die aanleunt tegen het noordkoor van de kerk.

De gedecapeerde lijstgevel heeft een sterk verstoord parement in bak- en zandsteenbouw, met resten van speklagen, kwartholle negblokken en steigergaten, verankerd door smeedijzeren muurankers. In de 19de eeuw aangepaste, rechthoekige bovenvensters met hardstenen lekdrempel. De linker travee mondt uit in een getrapt dakvenster van twee treden met top- en schouderstukken. Dit wordt geopend door een aangepast venster waarboven en kleiner luikgat met druiplijst, beide met kwartholle negblokken, en een balkgat. Verbouwde pui.