Teksten van Parochiekerk Sint-Servaas

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43334

Parochiekerk Sint-Servaas ()

Ingeplant vlak naast het volledig ommuurde neogotische dorpskasteel, vormt de Sint-Servatius- of Sint-Servaaskerk, niet alleen door haar hogere ligging te midden van een ommuurd kerkhof maar ook door haar karakteristiek volume en silhouet een dominante factor in het dorpsbeeld.

Met haar laatgotisch, begin 17de-eeuws koor getuigt ze van het laat doorleven van de gotiek op het platteland. Bijzonder markant is de classicistische beuk (1791-1796) vooralsnog gaat het om de enige gekende en bewaarde realisatie van landmeter J.H. De Brie uit Tienen. Alhoewel in 1913 naar het westen toe met één travee en een nieuwe westtoren uitgebreid oogt het globaal beeld opvallend homogeen, onder meer door het gebruik van vrijwel identiek metselwerk.

Historiek

Kersbeek wordt voor het eerst vermeld in 1139 en dit zowel in het cartularium van de abdij van Sint-Truiden als in het oorkondeboek van de Sint-Servatiusabdij van Maastricht die er op dat moment diverse goederen bezat. Vermoed wordt dat het kapittel van de abdij van Maastricht aan de basis lag van de stichting van een eerste bedehuis. De primitieve woonkern van Kersbeek lag meer zuidelijk, tussen de Velpe en de Heirbaan. Het was daar dat de toenmalige dorpsheer Guillaume de Hamal, op het perceel "Langenbempt" in de tweede helft van de 14de eeuw een kerk liet optrekken, opgedragen aan de Heilige Maagd. Te klein geworden voor een toenemende bevolking die inmiddels de laag gelegen drassige gronden langs de Velpe had verlaten voor het hoger gelegen plateau werd in 1496 ter plaatse van de huidige kerk, te midden van de nieuwe agglomeratie, een nieuwe kerk gebouwd. Zij werd bekostigd door de mede-eigenaar van de heerlijkheid, Jan van den Steenwegen, en opgedragen aan de kerstenaar van Haspengouw en Hageland, de Heilige Servatius.

Zwaar beschadigd door brand en plunderingen tijdens de godsdienstoorlogen werd de kerk in de periode 1604-1617 heropgebouwd en plechtig ingewijd op 13 mei 1624. Volgens pastoor De Bruyn gebeurde dit "naar het oud plan en denzelfden bouwtrant". Kaart XVII in het kaartboek van de abdij van Averbode (1650-1680) geeft een summiere voorstelling van de Sint-Servatiuskerk. Naar verluidt bestond de kerk op dat moment uit een driebeukig schip van vier traveeën, voorafgegaan door een driezijdig gesloten koor en een slanke westtoren.

Wegens bouwvalligheid werd eind 18de eeuw beslist een nieuwe kerk te bouwen, met behoud van het oude koor. De werken starten in 1791 en waren in 1796 beëindigd. Voor de bouw van de nieuwe beuk en westtoren werd gebruik gemaakt van de oude funderingen. Tezelfdertijd werd een nieuwe sacristie opgetrokken aan de noordzijde van het koor. De werken werden uitgevoerd door meester-metser Gilse(o)n uit Hoegaarden (Outgaarden?) naar ontwerp van landmeter J.H. De Brie uit Tienen wiens naam voornamelijk opduikt in verband met het in kaart brengen van de door Jozef II afgeschafte contemplatieve kloosters. Als pendant van de sacristie lieten de dorpsheren in 1855 een grafkapel bouwen aan de zuidkant van het koor. In juli 1879 werd de 18de-eeuwse sacristie uitgebreid op kosten van barones de Turck de Serclaes.

Begin 20ste eeuw was er opnieuw nood aan uitbreiding. Het voorontwerp voor de vergroting van de Tiense architect Albert Geens, voorzag in de uitbreiding met één travee van drie meter en de bouw van een nieuwe toren met bijgebouwen.

Beschrijving

De dorpskern van Kersbeek toont een weinig geconcentreerde bebouwing als gevolg van het grondbezit van en rond het kasteel. Vlak naast het dorpskasteel en dominant aanwezig door de inplanting op een heuvel, te midden van een ommuurd kerkhof bevindt zich de Sint-Servatiuskerk.

De éénbeukige kerk, opgetrokken in baksteen en zandhoudende kalksteen met natuurleien bedaking, bestaat uit een ingebouwde westtoren, een schip van vijf traveeën en een één travee diep, driezijdig gesloten koor, geflankeerd door een sacristie en een grafkapel.

Het uit het eerste kwart van de 17de eeuw daterende koor met natuurstenen kroonlijst, steigergaten en een drukke ritmering met speklagen wordt gearticuleerd door steunberen met dubbele versnijding en laatgotische spitsboogvensters. Enkel het middelste is nog voorzien van een tracering met driepasmotieven. In één van de vensteromlijstingen is ijzerzandsteen verwerkt wat wellicht wijst op hergebruik.

De iets hoger uitgewerkte beuk uit 1791-1796, belijnd door een natuurstenen plint, regelmatige hoekkettingen en steigergaten, wordt verticaal geritmeerd met penanten waarbij de tussenliggende vakken worden verlevendigd met natuurstenen rondboogvensters met vooruitspringende sluitsteen en bakstenen panelen die een brede attiek vormen.

De lichtjes vooruitspringende en door hoekkettingen strak omgorde, ingebouwde westtoren telt vier bouwlagen onder een ingesnoerde spits met peervormige bekroning. De door speklagen geaccentueerde niveaus worden respectievelijk opengewerkt door een inkomportiek - een geprofileerde rondboogomlijsting op pilasters ingeschreven in een rechthoek met geprofileerde druiplijst - een rondboogvenster, twee smalle lichtspleten en een gekoppelde rondboogopening bekroond met een blinde oculus. De dubbele, rechthoekige houten inkomdeur is voorzien van een waaiervormig bovenlicht.

De westgevel wordt vervolledigd door met imitatievlechtingen en schouderstukken afgewerkte, drie niveaus tellende kopgevels opengewerkt met respectievelijk een gekoppelde en enkele rondboogopening en bovenaan een smalle lichtspleet.

Ter hoogte van het koor, aan de noordzijde, bevindt zich de sacristie (1791 en 1879), een vierkante bakstenen constructie met twee leien dakschilden en opengewerkt met een deur en twee vensters in een vlakke rechthoekige omlijsting met trapeziumvormige sluitsteen. Het corresponderende volume aan de zuidzijde werd in 1855 opgetrokken als graf- en bidkapel voor de dorpsheren. Deze neogotische kapel, op vierkante plattegrond is opgetrokken in bak- en natuursteen met zwak hellend schilddak. Typerend zijn de hoekverstevingen met steunberen met dubbele versnijding, de brede kroonlijst met muizentand- en spitsboogfries en de spitsboogvensters met fijne tracering. Centraal in de gevel bevindt zich een hardstenen grafplaat met de namen van de overledenen.

De vrijwel homogeen wit geschilderde eenbeukige ruimte met zwart-grijze natuurstenen vloer wordt geritmeerd door een klassieke pilasterstelling die een sterk geprofileerde kroonlijst draagt. De ruimte wordt overkapt met een gedrukt tongewelf, opgehoogd met gordelbogen en een rosasmotief. Een spitsboogopening op pilasters vormt de overgang naar het smallere en lagere koor, afgedekt met een spits tongewelf waarvan de ribben rusten op decoratief uitgewerkte consoles. Het interieur frappeert door zijn rijke, overwegend 18de en 19de-eeuwse uitmonstering, een gevolg van het mecenaat van de lokale heren.

Koor
  • vier glasramen (van links naar rechts):
    • Heiligen Adalbertus en Elisabeth van Hongarije, Gebroeders J.,E. en T. Coucke, 1909.
    • Heiligen Jozef en Eudoxia, Atelier Hochreiter en Geyer, 1895.
    • Heiligen Anna en Augustinus, Camille Wybo, 1924.
    • Heiligen Edmondus en Valeria, 1894.
    • Oorspronkelijk bevond zich centraal in het koor een glasraam uit 1888 van J.F. Pluys met voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw met kind. Vermoedelijk werd het verwijderd na beschadiging.
  • marmeren hoofdaltaar, 1940.
  • eiken koorgestoelte, vermoedelijk 1ste kwart 18de eeuw, bestaande uit telkens vier zetels met in het rugbeschot reliëfs met bisschopsmijter, Hart als symbool van Christus, Hart met pijlen doorboord, de Stigmata boven Lam met kruis en wimpel. De knielbanken zijn verwijderd.
  • twee schilderijen:
    • Heilige Familie met Heilige Anna (kopie naar P.P. Rubens), school van P.P. Rubens, tweede kwart 17de eeuw.
    • Maaltijd met de Emmaüsgangers, Vlaamse School, 17de eeuw.
  • triomfkruis met Maria en Johannes, gepolychromeerd hout, eerste kwart 16de eeuw.
Beuk
  • twee neogotische zijaltaren respectievelijk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en de Heilige Servatius, eiken retabel en beeld, altaartafel uit steen en marmer, eind 19de eeuw.
  • twee neogotische biechtstoelen, eik, tweede helft 19de eeuw.
  • eiken preekstoel, kuip met medaillons met buste van de
  • Heilige Norbertus van Prémontré en Thomas van Aquino afgewisseld met symbolen van de Evangelisten, kuip gedragen door Vrouwenfiguur met zon op de borst en zittend op wereldbol, omgeving van H.-F. Verbrugghen, eerste kwart 18de eeuw.
  • merkwaardige houten doopvont, eind 18de-begin 19de eeuw.
  • twee schilderijen:
    • Aanbidding van de Wijzen, Vlaamse School, tweede helft 17de eeuw.
    • Calvarie met Maria Magdalena, Vlaamse School, tweede helft 17de eeuw.
  • tien glasramen met voorstellingen van heiligen in een nisstructuur, 1913 en 1933.
  • orgel: een bescheiden viervoetsorgel met prospect in rococostijl. Het orgel valt te situeren in het midden van de 19de eeuw, hoewel er een hoeveelheid 18de-eeuws pijpwerk in de huidige samenstelling is opgenomen. Dit orgel werd waarschijnlijk door P.A. Van Dinter (uit Tienen) vermoedelijk voor 1857 geplaatst. Ander transformaties gebeurden door M. Dryvers uit Kortenaken en de gebroeders Joris. De orgelkast is helemaal naar achter op het doksaal geschoven en links en rechts staan uitbreidingen (gebroeders Joris).
  • eiken tochtportaal, eind 18de eeuw.
  • twee eiken binnendeuren, derde kwart 18de eeuw.
  • In de sacristie (grafkapel) vier fraaie, eiken kasten uit het derde kwart van de 18de eeuw en in het portaal ten slotte, ingemetseld in de muur de hardstenen grafsteen van Jan Van Houthem (+1596), heer van Kersbeek, en Barbara Van den Steenweghen (+1618).

De Sint-Servatiuskerk wordt omkaderd door een ommuurd kerkhof met aan de westzijde een Lourdesgrot en een dodenhuisje.
De ommuring zelf bestaat uit een bakstenen onderbouw waarop een tussen pilasters gevat smeedijzeren hekwerk. Het toegangshekken zelf werd gedemonteerd en bevindt zich momenteel tegen de noordelijke beukwand.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DB002137, Parochierk Sint-Servatius met kerkhofmuur.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2000: Parochiekerk Sint-Servaas [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188608 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Servaas ()

Gotisch koor met steunberen, einde 16de eeuw opgetrokken uit baksteen met zandstenen speklagen. Noordoostelijke sacristie uit de tweede helft van de 18de eeuw. Neoclassicistische toren en éénbeukige ruimte. Neogotische zuidoostelijke sacristie.

Mobilair. Barokschilderijen uit de 18de eeuw (koor en achteraan in de beuk), gotische Christus aan het Kruis (16de eeuw) en Heilige Barbara (18de eeuw) in de beuk. Louis XV-kansel en -deuren (18de eeuw). (Achter de kerk)


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Parochiekerk Sint-Servaas [online], https://id.erfgoed.net/teksten/43334 (geraadpleegd op ).