Samenstel van twee traditionele breedhuizen, genaamd "Sint-Jan" en "Sint-Mattheus", die omstreeks 1553-1554 werden opgetrokken door de kerkmeesters van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. De panden maken deel uit van de huizenrij die aanleunt tegen het noordkoor van de kerk.
Gekoppelde rijwoningen van elk drie/twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met aandak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels zijn vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Aangepaste, rechthoekige deur- en vensteropeningen met hardstenen lekdrempel, vroegere kruiskozijnen. De twee middentraveeën monden uit in oorspronkelijk getrapte dakvensters van twee treden met schouderstukken en overhoeks topstuk; de getrapte afwerking is afgevlakt tot een puntgevel in het linker pand (nummer 14). Beide worden geopend door een rechthoekig luik met een latei en druiplijst op korbelen, waarboven een kleiner luikgat. Enkelhuisopstand in het linker pand. De winkelpui van het rechter pand (nummer 12) werd in 1846 in opdracht van Theresia Van Bellingen aangebracht door de aannemer Pierre H.A. Van Herck-Cels. Oorspronkelijk met middenportaal, paste de schrijnwerker C. Van Loon de pui in 1874 aan met het huidige zijportaal. Klassieke houten winkelpui met bewerkte pilasters en een entablement, vanaf een hardstenen plint.
In 1988 werd op de eerste verdieping fragmenten ontdekt van een vrij volledig bewaarde wand- en plafondbeschildering in renaissancestijl uit de tweede helft van de 16de eeuw. De wanden vertoonden een marmerinmitatiedecor, de balkenzoldering een sjabloonpatroon. Het geheel bleef niet bewaard.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Sint-Jan en Sint-Mattheus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298233 (geraadpleegd op ).
Voormalig huis genaamd St.-Jan Evangelist, breedhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (kunstleien en leien), opklimmend tot de tweede helft van de 16de eeuw doch later verbouwd.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met muurankers. Rechthoekige vensters met lekdrempels, zijnde verbouwde kruiskozijnen. Ordonnantie van de benedengevel van nummer 14 intact bewaard, nummer 12 werd verbouwd tot winkelpui.
Nummer 12 is bekroond door getrapt dakvenster uitlopend op overhoeks topstuk; geopend door middel van rechthoekig luikgat met latei op consoles, kleiner bovenlicht met balkgat.
Nummer 14 voorzien van dakvenster met tuitgeveltje (eertijds getrapt?); muuropening zoals nummer 12. Zijgevel: puntgevel met aandak.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Sint-Jan en Sint-Mattheus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4336 (geraadpleegd op ).