Boerenburgerhuis uit de 18de eeuw met aanpalende hoeve. Twee verdiepingen hoge woonvleugel met een gebogen wolfsdak; voorgevel met bekleding van zandsteen in regelmatig verband; rechthoekige vensters (één verbouwd tot tweede voordeur). Het hoofdelement van deze sobere, reeds classicistisch getinte gevel is het weinig uitstekend risaliet: rondbooginrijpoort ingeschreven in een portiek met medaillons in de zwikken; boven de puilijst, rechthoekig venster, geflankeerd door pilasters en bekroond met een hoofdgestel; klein fronton met laatbarokke-inslag, doorbroken met een oculus en opgesmukt met siervazen.
De inrijpoort verleent toegang tot het binnenhof waarop de hoevegebouwen uit 17de en 18de eeuw uitzien. Pachterswoning en stallen in traditionele bak- en zandsteenstijl (17de eeuw); kruisvensters en rondboogdeuren al dan niet voorzien van geprofileerde waterlijsten. Tot de 18de eeuw behoren: de achtergevel van de herenwoning, opgetrokken uit baksteen met gebruik van zandsteen voor de regelmatige hoekstenen en de rechthoekige vensteromlijstingen; deurstijlen en latei uit laatstgenoemd materiaal, eveneens naar classicistische wijze versierd en het portiekthema der poort op kleinere schaal toepassend; de van 17(3)4 daterende schuur voorzien van typische hoekkettingen, korfboogdeur en gebogen zadeldak met wolfseinden; het aanpalend poortgebouw met korfbooginrijpoort verrijkt met een uitgewerkte sluitsteen (duifmotief).
Dit merkwaardig ensemble (ook het interieur), bleef haast volledig ongedeerd bewaard tot circa 1957; voor het verbreden van de Walestraat werd een gedeelte van de zijvleugel gesloopt en het overgebleven deel innerlijk volledig vernieuwd.