Neoclassicistisch winkelhuis volgens de bouwaanvraag uit 1828 opgetrokken in opdracht van J. Aerts. In 1938 liet Frans Van den Brande de vierde bouwlaag toevoegen door G. Van Himbeeck.

Rijhuis van één travee en oorspronkelijk drie bouwlagen vermoedelijk onder een zadeldak, sinds 1938 vier bouwlagen onder een plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met zijportaal. Deze bestond uit een bewerkte plint met paneelwerk, pilasters met acanthusbladkapitelen verbonden door een guirlandefries, en een entablement. De twee bovenverdiepingen vormen nadrukkelijk horizontaal gelede registers, geopend door drielichten met breder middenvenster, gevat in een licht vooruitspringend risaliet. De serliana van de hoge bel-etage, met Toscaanse pilasters, een gebroken entablement, geprofileerde archivolt en kransen in de zwikken, rust op de puilijst, geaccentueerd door een smeedijzeren Frans balkon. Het rechthoekige drielicht van de tweede verdieping, eveneens met Toscaanse pilasters, is gevat tussen geprofileerde, cordonvormende lekdrempels, en de gelede architraaf van het oorspronkelijke, klassiek hoofdgestel, waarvan de houten kroonlijst op klossen is verwijderd. Verbouwde pui en toegevoegde derde verdieping met drielicht en kroonlijst.