Traditioneel diephuis genaamd "Sint-Franciscus" en "Exter" (1561), van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw.

De gecementeerde trapgevel van elf treden met overhoeks topstuk, is vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. In de loop van de 19de eeuw werden de kruiskozijnen van de twee bovenverdiepingen, aangepast tot verkleinende registers van rechthoekige vensters met een hardstenen lekdrempel. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door twee rechthoekige vensters, het restant van een drielicht waarvan het middenluik is gedicht. Een drielicht met rondbogig middenluik en rechthoekige zijvensters doorbreekt de tweede geleding. In de rechter travee van de verder verbouwde pui, is een laatclassicistisch portaal van omstreeks 1800 bewaard. Rechthoekige deur in een omlijsting uit blauwe hardsteen, samengesteld uit rechtstanden met vlak paneel op neuten, imposten met guttae, een sluitsteen en trigliefconsoles met diamantkop onder de gestrekte, geprofileerde waterlijst. Houten vleugeldeur met paneelwerk en ijzeren tracering in het bovenlicht van omstreeks 1850. Achtergevel: bepleisterde puntgevel met aangepaste ordonnantie.

Huis genaamd "Sint-Franciscus" en "Exter" (1561). Diephuis van vier traveeën en drie verdiepingen onder zadeldak (leien), uit de tweede helft van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw, doch aangepast in de 19de eeuw.

Gecementeerde trapgevel (elf treden + topstuk) met behouden oude muurankers met krulmotief. Rechthoekige vensters met lekdrempels (19de eeuw), aanpassingen van de oorspronkelijke kruiskozijnen. Tweeledige top; onderste geleding mogelijk met gedicht middenluik tussen heden bijna vierkante vensters: typisch drielicht in bovenste topgeleding: rondboogvormig middenluik en rechthoekige zijvensters.

Begane grond bekleed met faience-tegels en geopend met breed winkelraam. Behouden rechthoekige deuromlijsting van beschilderde blauwe hardsteen in laat-classicistische stijl uit het tweede kwart van de 19de eeuw: voorzien van sluitsteen en imposten en op vlakke neuten; onder de imposten zijn de stijlen uitgewerkt met een spiegel, erboven met gecanneleerde platte consoles waarop een gestrekte druiplijst rust. Houten deur met paneelwerk en bovenlicht (19de eeuw).