Traditioneel diephuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), dat in kern uit de tweede helft van de 16de eeuw dateert, en zich uitstrekt tussen de Minderbroedersrui en de Kleine Goddaard.

Gevel aan de Minderbroedersrui. Aangepaste, bepleisterde en beschilderde lijstgevel, afgelijnd door een eenvoudige kroonlijst met kordonversiering, waarboven een kleine dakkapel. Rechthoekige bovenvensters met lekdrempel. In 1812 werd de pui in opdracht van J. Carolus aangepast, met een verkropte puilijst boven de deur. De huidige, verbouwde winkelpui met zijportaal dateert van omstreeks 1900.

Gevel aan de Kleine Goddaert. Trapgevel van zes treden met overhoeks topstuk, een zeldzaam bewaard voorbeeld van een overstekende bovenbouw, die vrij intact in zijn 16de-eeuwse toestand bewaard bleef. De licht achterover hellende, gecementeerde opstand, vermoedelijk in bak- en zandsteenbouw, is verankerd door middel van smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Benedenverdieping met drie gekoppelde muuropeningen met kwartholle neggen. Overstek op drie rondbogen geschraagd door verankerde korbeeltjes. Aangepaste rechthoekige bovenvensters met lekdrempel, vermoedelijk in oorsprong kruiskozijnen. Tweeledige top met rechthoekige drielicht en luik erboven.

Diephuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen) met klein dakkapelletje, in kern daterend uit de tweede helft van de 16de eeuw, doch later verbouwd. Voorgevel: bepleisterde en beschilderde lijstgevel, afgelijnd door een eenvoudige kroonlijst met kordonversiering. Rechthoekige vensters met lekdrempels. Puilijst met behouden verkropping boven de deur, overeenstemmend met een verbouwing van 1812. Begane grond voorzien van winkelpui met aangepaste indeling. Achtergevel aan Kleine Goddaert: gecementeerde. achteroverhellende trapgevel (zes treden), uitlopend op overhoeks topstuk, vrij intact bewaard in zijn 16de-eeuwse toestand. Muurankers. Benedenverdieping met drie gekoppelde muuropeningen met kwartholle neggen. Overstek op rondboogfries, geschraagd door verankerde karbeeltjes. Rechthoekige vensters met lekdrempels (verbouwde kruiskozijnen). Tweeledige top met rechthoekige luikgaten.