Gesloten hoeve in overwegend gewitte baksteenbouw met resten van hout- en leembouw. Wellicht nog deels opklimmend tot de tweede helft van de 17de eeuw, blijkens onder meer bouwkenmerken uit de tweede helft van de 18de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw echter nog herhaaldelijk aangepast. In de vleugel met stallen aan de straat: inmiddels gedichte vroegere toegangspoort met gekasseide oprit geflankeerd door twee linden. Huidige erftoegang rechts opzij (ten zuiden) met brede rechthoekige poort en doorrit tegenover het boerenhuis. Rechthoekige verharde binnenplaats (beton en baksteen) met centrale mestput en mesthoop.

Ten noordoosten, boerenwoning bewaart rechts twee licht getoogde opkamervensters gevat in bakstenen omlijsting met oren, voorzien van sponning, gestrekte druiplijst en hardstenen lekdorpel. Lage steekboogdeur in markerende rood- en grijsgestreept geschilderde omlijsting met oren en druiplijstje.

Binnenshuis zichtbare resten van de vroegere hout- en leembouw zoals wandgedeelte tussen keldertrap en opkamer; samengestelde balklaag waarvan moerbalken met hart- en wolfstandmotief als element van fraai gesculpteerde uiteinden; voorts in de opkamer een moerbalk met schoor voorzien van hartmotieven en spoor van een schoorgat. Deels vernieuwde dubbele open haard; haardbalk in de centrale woonkamer met ingekerfd jaartal 1682, Christusmonogram Ihs met kruisje, stermotiefjes. Alkoof in de opkamer.

Ten zuidoosten, deels houten en lemen dwarsschuur onder laag reikend pannen zadeldak; jaartal 1661 in de dwarsbalk van de schuurpoort (erfgevelzijde).

Ten noordwesten, stallen met één houten anker in de erfgevel; balklaag.