Voormalige kloosterhoeve van de Sint-Pietersabdij van Lobbes (Henegouwen); teruggaand op de site van de Sigulfi villa, nederzetting van circa 7de eeuw, nadien verblijfplaats van twaalf of dertien kanunikken van het kerkkapittel, verwoest circa 881.
Grote gesloten hoeve met landschappelijk opmerkelijke inplanting en imposant bouwvolume, naar de voorgaande eigenaar in de volksmond nog bekend staand als het zogenaamd "Romans hof", heden hoeve Casteele naar de huidige uitbaters. Circa 150 meter achterin gelegen aan veldweg tussen Leierwaarde en Perreveld ten oosten van de Perlinkbeek. Toegang gemarkeerd door twee linden en een Onze-Lieve-Vrouwekapel onder een Es. Gewit rechthoekig bakstenen kapelletje onder pannen zadeldak, vermoedelijk uit de 19de eeuw. Rondboog met houten hek in de voorpuntgevel. Eenvoudig gemetst getrapt altaartje. Beeld van Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Koningin.
Gewitte bakstenen hoevegebouwen rondom uitgestrekte gekasseide rechthoekige binnenplaats, aan de oostelijke erfzijde lage stallen recent (naar verluidt 1994) vervangen door moderne ruime stallen; zicht op de hoeve vanaf de straat daardoor verminkt.
Brede gebogen toegangspoort (met doorrit) in het lagere deel van de zuidelijke gebouwen, naast het hoge vroeger zogenaamde "stampkot".
Ten noorden, L-vormig boerenwoning van twee verdiepingen, waarschijnlijk nog deels in kern uit de 18de eeuw doch aangepast en vergroot eind 19de eeuw en nog licht gewijzigd in midden 20ste eeuw; voornamelijk van laatstgenoemde aanpassingen bewaart het interieur van de woonkamer een houten aankleding naar verluidt van huis De Coene (Kortrijk). Erfgevel met dubbelhuisopstand; centraal dakklokje boven deurtravee volgens eigen notities van de familie Casteele met volgend opschrift: "Brugis fecit memery Du Georgius 1750 + anno"; volgens andere bronnen echter 1754. Deurtravee geaccentueerd door arduinen omlijsting en laag dakvenster. Lagere bovenvensters onder getrapte daklijst. Rechts zijdelings aanleunende overzolderde veldpoort met doorrit en zoldervensters. Ten westen, groot bedrijfsgebouw met stallen en centrale doorrit met veldpoort, uitbreiding van ouder bijgebouw in het tweede tot derde kwart van de 19de eeuw. Volgens mondelinge overlevering zouden de noordelijke travee met drie kleine rondboogvensters in de erfgevel een overblijfsel zijn van een vroegere kapel; binnenin sporen van bouwnaden in noordelijke en oostelijke muur.
Ten zuidwesten, vroeger zogenaamd "stampkot", heden schuur van twee en een halve bouwlaag onder afgewolfd zadeldak (bitumineuze golfplaten), uit het tweede of derde kwart van de 19de eeuw.
- Informatie verstrekt door L. Detemmerman.
- CAROBEL C. - DE PRIJCK M. - DE TANT F., Parochie St.-Ursmarus Zegelsem, Zegelsem, 1983, p. 11-12, 150.