Voormalig kantoorgebouw van de rederij Plouvier & Co, in meerdere fasen opgetrokken tussen 1922 en 1936, naar ontwerpen door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié. Plouvier & Co, een rederij actief in de binnenscheepvaart werd in 1895 opgericht door Prosper Philippe Edmond Plouvier senior (1851-1936), en beschikte vóór de Eerste Wereldoorlog over filialen in Duitsland en Nederland geleid door zonen Prosper junior (1882-1947) en Désiré (1890-1967). Deze laatsten namen na het overlijden van Prosper senior in 1936 samen de leiding van de rederij, waarvan de vloot in de naoorlogse periode zijn grootste expansie zou kennen, ook met vrachtschepen voor de zeevaart. Plouvier Transport nv is tot op vandaag actief als bevrachter in de binnentankvaart. In de naoorlogse periode fungeerde het complex lange tijd als dependance van de Stadsbibliotheek, vandaag is hier een Centrum voor Basiseducatie gevestigd.
Het langgerekte complex vormt het kopgebouw van het bouwblok Minderbroedersrui, Pottenbrug en Kleine Goddaert. De eerste bouwfase uit 1922 betrof het hoofdvolume in zakelijke beaux-artsstijl, destijds een souterrain en vier bouwlagen hoog onder een plat dak, met een gevelbreedte van zeven traveeën aan de langzijden en twee traveeën op de kop. Gelijktijdig ontwierpen en realiseerden De Coninck en Potié de vandaag verdwenen privévilla van medezaakvoerder Prosper Plouvier junior, op de hoek van Della Faillelaan en Hagedoornlaan in de prestigieuze Nieuw-Parkwijk “Den Brandt”. Al in 1926 werd het kantoorgebouw verhoogd met een vijfde bouwlaag, in 1930 volgde de uitbreiding met een vleugel van twee traveeën in de stijl van het hoofdvolume. De laatste uitbreiding uit 1936 betrof de vleugel van twee traveeën uiterst rechts, naar een meer eigentijds ontwerp in zakelijke art-decostijl. In 1909-1910 plande de uit Lübeck afkomstige reder Edouard Schwenn (°1852) een kantoorgebouw in pittoreske art-nouveaustijl op dit perceel, maar dit project naar een ontwerp door de architecten Frans Smet-Verhas en Walter Van Kuyck vond uiteindelijk geen doorgang.
Het complex Plouvier & Co is het enige gekende kantoor- of bedrijfsgebouw van De Coninck en Potié, die zich in hoofdzaak toelegden op residentiële architectuur. Opgericht in 1909, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de pittoreske cottagestijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen bestemd voor residentiële verkavelingen, die het bureau tijdens de jaren 1920 tot zijn handelsmerk maakte.
Gebouw uit gele baksteenbouw verrijkt met blauwe hardsteen. Oorspronkelijk symmetrisch opgevatte voorgevel met twee vooruitspringende hoekrisalieten, gemarkeerd door een erker op de bel-etage. Horizontaal opgebouwd uit drie geledingen, belijnd door de hardstenen plint, puilijst en speklagen, en de houten gekorniste kroonlijsten. De toegevoegde vijfde bouwlaag vervangt de oorspronkelijke, blinde attiek. Rechthoekige vensters in geblokte hardstenen omlijsting. Brede smeedijzeren vleugeldeur met bovenlicht, volgens het merkplaatje vervaardigd door Atelier de Contructions Pierre Meeuws uit Antwerpen; typische houten guillotineramen met kleine roedeverdeling in het bovenlicht. Achtergevel langs Kleine Goddaert in rode baksteen; ijzeren I-balken voorzien van rozetvormige bevestigingsbouten als vensterlateien.
Oorspronkelijke plattegrond georganiseerd rond de centraal ingeplante inkom- en traphal die de volledige diepte van het gebouw beslaat. Links en rechts grote, doorlopende kantoorruimten op de verschillende verdiepingen, met uitzondering van de bel-etage waar zich op de kop van het gebouw twee directiekantoren met een spreekkamer bevinden; conciërgewoning en stapelruimte in het souterrain.
De vleugel uit 1936 onderscheidt zich door een afwijkend gevelfront met een parement uit natuursteen, rode baksteen en blauwe hardsteen. Bovenverdiepingen over de volledige bouwhoogte opgevat als erkerpartij met brede kantoorramen, gevat in een gevelveld met getrapte attiekbekroning. Smeedijzeren deur in art-decostijl.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2014: Kantoorgebouw Plouvier & Co [online], https://id.erfgoed.net/teksten/160179 (geraadpleegd op ).
Heden Stedelijke Bibliotheek. Hoekpand met vijf bouwlagen, ontworpen als kantoorgebouwen door architecten De Coninck en Potie in 1922; later verbouwd: rechts werden twee traveeën toegevoegd en de hoogste dakverdieping werd opgetrokken ter vervanging van een blinde attiek. Gele baksteenbouw verrijkt met arduin. Oorspronkelijk symmetrisch opgevatte voorgevel met twee vooruitspringende hoekrisalieten, gemarkeerd door een loggia op de tweede verdieping Per bouwlaag horizontaal geleed door arduinen plint, puilijst, speklagen en houten gekorniste kroonlijsten. Rechthoekige vensters in geblokte arduinen omlijsting. Brede ijzeren vleugeldeur met bovenlicht. Achtergevel langs Kleine Goddaert: in rode baksteen; rechthoekige vensters met ijzeren lateien, voorzien van rozetvormige bevestigingsbouten.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1979: Kantoorgebouw Plouvier & Co [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4375 (geraadpleegd op ).