Geheel van twee gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl, met voorgevel aan de Minderbroedersrui en achtergevel in de Grote Goddaard, naar een ontwerp door de architect Eugène Dieltiëns uit 1888. Opdrachtgever was de weduwe Egide Storms, wiens overleden echtgenoot handel dreef in koloniale waren en als vennoot de stoomrijstpellerij Storms & Bellemans in de verdwenen Mattenstraat uitbaatte.

De winkelhuizen weduwe Storms zijn representatief voor het vroege oeuvre van Eugène Dieltiëns, wiens carrière begin jaren 1880 van start ging. Tijdens de laatste twee decennia van de 19de eeuw bracht hij een conventionele productie van voornamelijk burgerhuizen in neoclassicistische stijl tot stand. Vanaf de vroege jaren 1900 ontwierp de architect zowel in een eclectische stijl van klassieke of neo-Vlaamserenaissance-inspiratie, als in de beaux-artsstijl, met een decor ontleend aan régence en rococo.

Met een gevelbreedte van respectievelijk twee en drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels aan de Minderbroedersrui, rustten oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met respectievelijk zij- en middenportaal, pilasters en entablement, op een hardstenen plint. De door kolossale pilasters gemarkeerde bovenbouw heeft een klassiek hoofdgestel als afwerking, met spiegel of metopen in de fries, en een houten kroonlijst op rozetcasementen, consoles en tandlijst. Rechthoekige vensters met doorgetrokken lekdrempels, in het linker pand met geriemde omlijsting of flankerende pilasters, in het rechter pand gegroepeerd tot drielichten met pilasters. Behalve de winkelpuien zijn ook de ijzeren parapetten en de dakkapellen met klauwstukken en driehoekig fronton recent verwijderd. Achtergevel met eenvoudige, gedecapeerde opstand aan de Grote Goddaard.

Twee neoclassicistische rijhuizen van respectievelijk twee en drie traveeën en drie bouwlagen onder doorlopend pseudomansardedak met dakkapellen, waarvoor bouwtoelating van 1888 met ontwerp van architect Eugène Dieltiens. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, elk met een houten winkelpui, beëindigd op een doorlopende kroonlijst met tandlijst, klossen en casementen. Muuropeningen per bouwlaag uitgewerkt met deelpilasters, uitgezonderd de tweede verdieping van nummer 36, waar de rechthoekige vensters gevat zijn in een riemomlijsting. IJzeren leuningen.