Westmolen ()

De staakmolen met open voet, genaamd Westmolen werd in 1981-1987 heropgericht en gerestaureerd in Kruisem, in de deelgemeente Wannegem-Lede langs de Huisepontweg. De molen staat er op een hoge molenberg op een heuvelrug, grotendeels omringd door een weids landschap. De molen kreeg ook de naam van Schietsjampettermolen na een incident in 1981. Andere alternatieve namen zijn 'Grote Molen' of 'molen van Wannegem', de naam van de molen die oorspronkelijk op dezelfde locatie in Wannegem stond.

Op de plaats waar de huidige Westmolen staat, stond oorspronkelijk de "Molen van Wannegem" of "Grote Molen". Deze molen werd eertijds beschermd als monument bij besluit van de secretaris-generaal op 12 april 1944. De geschiedenis van deze molen gaat minstens terug tot de 16de eeuw. Er is ook een document waarin staat dat hij werd herbouwd in 1763. De molen stopte definitief met draaien in 1936 en bleef nadien werkloos staan tot hij, helemaal vervallen, op 27 oktober 1959 omwaaide. De 'Grote Molen' wordt uiteindelijk bij koninklijk besluit van 15 april 1965 gedeclasseerd. In 1981 krijgt het perceel met de hoge molenwal echter opnieuw een molen. Het wordt de nieuwe locatie voor de beschermde "Westmolen", die overgebracht werd uit Houtave.

De geschiedenis van de Westmolen start in Houtave, een klein polderdorp dat teruggaat tot de 9de eeuw. De Westerweg waarlangs de molen gelegen was wordt teruggevonden in vermeldingen uit de vroege 14de eeuw. Op de kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus, oorspronkelijk gemaakt in 1561-1571, wordt op die plaats een staakmolen aangeduid, samen met de molenwal en het molenhuis. De waterhoeve waarmee de molen verbonden is gaat terug tot de middeleeuwen. Kort na het aanmaken van Pourbus’ kaart wordt de molen vernield tijdens de godsdiensttroebelen. Volgens onderzoek van Denewet en Holemans zijn er in de 17de eeuw geen verdere vermeldingen van de molen. De heroprichting dateert van 1737. Op de kaart van het Vijverhof uit 1764 en de Ferrariskaart (1771) is de molen afgebeeld als een staakmolen op teerlingen naast een molenhuis. De staak van de verplaatste molen draagt het jaartal 1796 wat duidt op een toenmalige restauratie.

In het begin van de negentiende eeuw wordt de molen verplaatst naar de Oostendse Steenweg. Op die plaats is de molen ook aangeduid op de Atlas der buurtwegen (1844) en op de Vandermaelenkaart (1846-1854). De molen wordt beschermd in 1944. Tot aan de dood van de toenmalige eigenaar en molenaar Victor Ramman in 1958 bleef de molen in bedrijf. Nadien trad het verval in. Op 11 januari 1963 wordt bij koninklijk besluit aan de toenmalige eigenaar de toelating gegeven om de molen over te brengen naar Klemskerke, met als voorwaarde hem daar in zijn oorspronkelijke toestand terug op te richten. Dit besluit wordt echter nooit uitgevoerd. Uiteindelijk verkoopt de eigenaar in 1980 de vervallen molen aan een molenliefhebber die een heropbouw beoogt op in Wannegem-Lede. De machtiging voor de verplaatsing werd verleend bij besluit van de Vlaamse Executieve 15 december 1982. De demontage en overplaatsing liepen niet van een leien dakje: als de molenbouwer in opdracht van de eigenaar met de ontmanteling van de molen start zien enkele dorpsbewoners met lede ogen aan hoe de vervallen molen wordt opgeladen. De inderhaast opgeroepen veldwachter vuurde zelfs in de lucht om het transport tegen te houden. Dit leverde de molen de bijnaam op van "Schietsjampettermolen". De herplaatsing van de molenkast en staak in Kruisem gebeurde door molenbouwer Mariman, op herstelde teerlingen en een nieuwe kruiskruisplaat. Het maalvaardig herstel van de molen werd in 1987 afgerond. Na stormschade in 1993 werd de helft van het gevlucht van de molen hersteld naar de plannen van architect Paul Gevers uit Kasterlee en molenbouwer Caers uit Retie. In 2000-2004 werd het gevlucht gerestaureerd met experimenteel gebruik van Bilinga door ingenieur architect Freddy De Schacht uit Ruiselede en molenbouwer Thomaes uit Roeselare. In 2006-2008 volgt een volgende fase met betrekking tot een maalvaardige restauratie, uitgevoerd door molenbouwer Thomaes naar plannen van architect Patrick Vanroy uit Meerhout, waarna de molen enige jaren draait tot hij opnieuw uitvalt. Dezelfde architect maakte in opdracht van de eigenaar een beheersplan op in 2019. In 2020 is de molen nog niet maalvaardig en wacht de molen op herstelling.

Het staande werk rust op behouden gemetste teerlingen op de oorspronkelijke kunstmatig opgehoogde molendam. De oude in 1796 gedateerde staak met daarop de vernieuwde molenkast heeft een klassieke mansardekap met houten schubben of leien. De trap leidt naar een rechthoekige deur zonder balkon. Daarboven steekt een luik met daarboven een luikapje.

De windweeg wordt gekenmerkt door het schuddeberd en en een wiekenkruis met houten roeden en een askop die gemerkt is met "Joseph Van Aerschot & Cie Constructeurs - Herentals - Belgique". Op de meelzolder saat een kleine haverpletter. De voorste maalstoel heeft een ouder steenkoppel; het achterste werd vervangen door een steenkoppel van Hans Titulaer.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken, Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 195-204.

Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Lenaerts, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Lenaerts T. 2020: Westmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360535 (geraadpleegd op ).


Westmolen ()

Zogenaamd Grote Molen of Steyaertsmolen naar de laatste molenaar. Houten standaardmolen ingeplant aan de westrand van de Noordkouter. Vroegere molen in bezit van de heerlijkheid van Heuverhuus, reeds vermeld in pachtcontract van 1425 en penningkohieren van 1571. Werkzaam tot 1936. Ingestort in 1959 en in 1982 vervangen door zogenaamde Westmolen van Houtave (West-Vlaanderen), op de staak gedateerd 1796. Gerestaureerd door architect P. Mariman in 1981.

Staande werk met behouden gemetste teerlingen op oorspronkelijke kunstmatig opgehoogde molendam. Oude, 1796 gedateerde staak en vernieuwd molenkot met klassieke mansardekap (houten schubben of leien). Voorweeg met trap, staart, rechthoekige deur zonder balkon, luik en luikapje erboven.

Windweeg met schuddeberd en wiekenkruis met houten roeden, askop gesigneerd "Joseph Van Aerschot & Cie Constructeurs - Herentals - Belgique". Steenzolder met kleine haverbreker. Voor- en achtermolen elk met een Frans steenkoppel. Wieken bij najaarsstorm in 2000 verdwenen.

  • BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken, Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 195-204.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. 1999: Westmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/43825 (geraadpleegd op ).