De voormalige pastorie van Wannegem-Lede is ingeplant ten oosten van de kerk in de dorpskern en wordt omgeven door een deels ommuurde en omhaagde tuin met op de linker hoek een voormalig zondagsschooltje, palend aan de kerkhofmuur. De locatie vormt een zeldzaam voorbeeld van een vrij prestigieuze, in aanleg eind 18e-eeuwse pastorietuin, waarbij de diverse onderdelen getuigenis afleggen van diverse historische beheersvormen en functies.
De toegang verloopt via een ijzeren hek aan vierkante, gemetste pijlers; de gekasseide oprit en axiaal pad worden geflankeerd door twee imposante tamme kastanjes (Castanea sativa) en een heraangelegde formele voortuin met buxushaagjes. De pastorie werd gerestaureerd naar plannen van architect M. Flamme van 1990.
Het typisch pastoriegebouw met dubbelhuisopstand, oorspronkelijk zes traveeën tellend met een rechts aanbouwsel onder lessenaarsdak, werd in 1910 onder leiding van architect A. Eggermont hoger opgetrokken. Op het moment van de bescherming (1981) telt de pastorie zeven traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak (nok parallel met de straat), opklimmend tot eind 18de eeuw. De oorspronkelijk gekalkte, circa 1870 beraapte en later lichtgeelgeschilderde verankerde bakstenen voorgevel heeft rechthoekige vensters op arduinen dorpels; nieuw houtwerk en persiennes. De rechthoekige deur met bovenlicht in gekleurd glas en gesculpteerde fruitkorf, de vlakke arduinen deuromlijsting onder waterlijst; en de originele deur zijn behouden. Rechts bevindt zich de gerestaureerde druivenserre van 1890. Het interieur is vernieuwd.
De deels heraangelegde en deels behouden pastorietuin vormt een cluster van houtig erfgoed. Hij omvat onder andere een loofgang van haagbeuk (Carpinus betulus), een lindeprieel, geschoren buxussen (Buxus sempervirens ‘Rotundifolia’), twee oude opgaande tamme kastanjes (Castanea sativa), een oude hakhoutstoof van hazelaar (genetisch vermoedelijk zeldzaam te noemen als authentiek voorbeeld van een oud fruitras, Corylus maxima) en leilinden (Tilia tomentosa ‘Brabant’) en wordt omrand door een oude taxushaag (Taxus baccata) met daarin op enen gezette, geschoren taxussen. Deze locatie is een zeldzaam voorbeeld van een pastorietuin als cluster van houtig erfgoed met beeldbepalend karakter, waarbij de verschillende onderdelen structuur- en beeldbepalend zijn in een tuinarchitecturaal concept/ensemble, mede door hun mooie, representatieve (kunst-)groeivorm. De diverse onderdelen van de pastorietuin zijn geplant met een welbepaalde functie: oord van verpozing onder zonne-, wind- en regenscherm (lovergang, lindeprieel), fruitproductie et cetera en getuigen van een veelheid aan historische beheersvormen: kappen, leiden, scheren, snoeien, op enen zetten en andere.
Links aan de straat palend bevindt zich het voormalig zondagschooltje op L-vormige plattegrond met behouden oudere kern van vroeger schuurtje palend aan de kerkhofmuur, gebouwd door de gemeente midden 19de eeuw. De gerenoveerde bakstenen straatvleugel telt drie traveeën onder een schilddak van zwarte pannen met rondboogvensters, nieuw houtwerk en luiken; de oorspronkelijke middendeur is vervangen door venster.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002338, Thematisch-typologische en thematisch-geografische bescherming van het belangrijkste houtig erfgoed in Vlaanderen: Oost-Vlaanderen, fase A.1, nummer 18 (S.N., 2010).
- BOGAERT C. & LANCLUS K. 1999: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4, onuitgegeven werkdocumenten.