Semigesloten hoeve voorheen zogenaamd "Melkhof" (volgens Atlas der Buurtwegen van 1842-1844 en Poppkaart uit derde kwart 19de eeuw), teruggaand op de kloosterhoeve van de kartuizerpriorij van "Sint-Maartens-Bos". Ingeplant aan de noordzijde van het voorplein binnen de kloostersite. Oude kloosterhoeve na sloop, met uitzondering van oostvleugel met schuur, in 1926 vervangen door nieuwe hoevegebouwen, deels met recuperatie van het afbraakmateriaal onder andere van dakgebinten.
Ten zuiden, aan de straatzijde gelegen onderkelderd boerenburgerhuis met het voorkomen van een villa gebouwd in 1926 door de familie De Smet Eeman (zie ijzeren bekroning van deurrisaliet met initialen S D F en bouwjaar in windvaan). Afsluiting voortuin met jongere buisleuningen en -hek. Fraai afgewerkt bak- en hardstenen dubbelhuis met neoclassicistische inslag. Middenpartij van twee bouwlagen en drie traveeën onder mansardedak, vooruitspringende zijrisalieten van één bouwlaag beide eveneens met mansardedak. Met dakvenster verhoogd deurrisaliet met dubbele deur onder balkon. Vensters met afgeronde bovenhoeken geaccentueerd door hardstenen latei met druiplijst, authentiek houtwerk met kleine roedeverdeling. Overig houtwerk met zin voor detail uitgewerkt, zie gewitte houten kroonlijst op modillons, luifels met schoorwerk van dakvensters en zolderlaadvensters in linker zij- en in de achtergevel. Achtergevel met deurportiek en twee buitenkeldertrappen. Oorspronkelijke interieurafwerking afgezien van geringe aanpassingen grotendeels bewaard. Opmerkelijk salon met merkwaardige beschildering in trompe-l'oeil: rondom gedrapeerd gordijn en lambrisering met portretmedaillons in cartouches, naar verluidt van reële lokale figuren; decoratief beschilderd plafond met stucdecoratie; marmeren schouwmantel. Voorts behouden decoratieve tegelvloeren met bijhorende dito plinten, paneeldeuren en hun sluitwerk, geschilderde houten trap. Zoldergebint deels gerecupereerd van vroegere hoeve; zolder evenals kelder als bedrijfsopslagruimte opgevat.
Rechthoekig gekasseid binnenerf met toegangshek en oprit in zuidwestelijke hoek tussen woning en bakhuis.
Ten oosten, bakstenen langsschuur onder steil pannen zadeldak (nok loodrecht op de straat), wellicht uit 18de eeuw. Beide puntgevels met sporen van muurvlechtingen en korfboogpoort, aan straatzijde in zandstenen omlijsting met negblokken; overeenstemmende schuurpoort van doorrit in de noorderpuntgevel met boog op hardstenen imposten en linker poortstijl van alternerend uitspringende bakstenen. Overblijfsels van muuropeningen in erfgevel: twee gebogen vensters in zandstenen omlijsting met sponning waarvan links gedicht, rechts verlaagd tot deur; gedichte deuropening rechts. Indrukwekkend asymmetrisch tweebeukig eiken schuurgebint; lage bakstenen scheimuur naast doorrit afgedekt door balken met talrijke inscripties van namen en jaartallen onder andere 1801, 1890, 1891, 1901. Ten noorden, achter schuur aansluitend L-vormig laag bedrijfsgebouw onder pannen zadeldaken, deel met klimmend zolderlaadvenster op rest van oud bakstenen metselwerk, wellicht van vroegere paardenstallen (zie plan van 1784 door P. Capeau).
Ten noorden, lange achterzijde van binnenplaats begrensd door grote stalvleugel onder overstekend zadeldak (kunstleien, nok parallel aan de straat); staldeuren en poorten met ijzeren I-latei; brede doorrit met veldpoort tussen koeien- en paardenstallen met behouden binneninrichting en kasseivloeren. Vervallen zijdelings (ten westen) aanleunende personeelshuisjes.
Ten westen, lagere stal met bakhuis onder snijdende zadeldaken (kunstleien); haard met ijzeren ovendeur doch oven van bakhuis ingestort.
Lage bakstenen muur met ijzeren hek tussen vierkante bakstenen hekpijlers ter afsluiting van achtererfzijde.
- Algemeen Rijksarchief, Verzameling Kaarten en Plannen, 1ste reeks, handschrift, nummer 1887.