Gemeentelijke jongensschool en "aangenomen" school met bijhorende onderwijzerswoningen, naar ontwerp van architecten V. Cols en J. De Roeck (Antwerpen) van 1923; vormt met de huizenrij 24-34 een modernistisch-regionalistisch eenheidsproject, in zekere mate refererend naar uiterlijk aspect van Engelse tuinsteden.
Schoolcomplex (nummer 36), bestaande uit twee dieper in gelegen, parallelle klasgebouwen (nokrichting parallel aan de straat) met tussenliggende ommuurde speelplaatsen, en twee gekoppelde, aan de straat palende onderwijzerswoningen midden ommuurd tuintje met houten toegangshek tussen bakstenen hekpijlers met gecementeerd piramidaal topstuk. Tuinmuur geritmeerd door middel van rechthoekige casementen met verticale overhoekse baksteenbanden.
Onderwijzerswoningen (nummers 38-40) van elk twee traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (mechanische pannen, nok parallel aan de straat), met twee centrale dakvensters onder gekoppelde zadeldaken (nokrichting loodrecht op het huis) met houten bebording in top van iedere puntgevel. Spiegelbeeldschema. Baksteenbouw; gecementeerde, beschilderde plint, kroonlijst en puntgevels. Rechthoekige vensters met houten kruis- (onder meer drielichten) en bolkozijnen en kleine roedeverdeling; beluikte benedenvensters (aangepast bij nummer 40) onder betonnen latei. Soortgelijke rechthoekige deur met bovenlicht, gekoppeld aan klein venster onder gezamenlijke betonbalk, in beide zijgevels.
Identieke klasgebouwen onder schilddak (mechanische pannen), doorbroken door drie dakvensters (bolkozijnen) met puntgevel onder overkragend zadeldak (nok loodrecht op het gebouw). Geveltopversiering door middel van bakstenen visgraatverband. Typische "klasramen" (drielichten) onder betonbalk.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 3157.