Teksten van Canadees gedenkteken The Brooding Soldier

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/44070

Canadees gedenkteken The Brooding Soldier ()

Gedenkteken, opgericht langs de Brugseweg, ter hoogte van het kruispunt met de Zonnebekestraat, ook wel ‘Kerselaar’ genoemd. De site met het gedenkteken ligt op ongeveer één kilometer ten noorden van de kerk van Sint-Juliaan.

Historische beschrijving

Het Canadese gedenkteken van Sint-Juliaan op ‘Vancouver Corner’ of ‘Vancouver Crossroads’ zoals het gehucht Kerselaar werd genoemd op militaire stafkaarten – in de volksmond spreekt men van de ‘Canadien’ – herdenkt de rol van de Canadezen tijdens de gevechten volgend op de Duitse gasaanval van 22 april 1915 (Tweede Slag bij Ieper). In de omgeving van Sint-Juliaan moest de Canadese 1ste Divisie de aanvallende Duitsers het hoofd bieden, ondanks een groot tekort aan mankracht, artillerie en communicatiemogelijkheden met de bevelhebbers. Weldra werden ze bijgestaan door haastig bijgehaalde eenheden. Desondanks zouden Duitse eenheden Sint-Juliaan enkele dagen later innemen. Tijdens deze gevechten verloren de Canadezen ongeveer een derde van hun manschappen (doden, gewonden, verliezen), waarvan er bijna tweeduizend stierven.

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werden langs het westelijke front acht locaties uitgekozen voor de oprichting van een Canadees oorlogsgedenkteken: Bourlon Wood, Courcelette, Dury, Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint-Juliaan en Vimy. In 1920 schreef de pas opgerichte ‘Canadian Battlefields Monument Commission’ een wedstrijd uit, waarop met 162 ontwerpen werd gereageerd. Het winnende ontwerp van Walter S. Allward werd in Vimy geplaatst. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C. Clemesha uit Regina: zijn ontwerp zou op de zeven resterende locaties uitgevoerd worden.

Toen ‘The Brooding Soldier’ van Clemesha op 8 juli 1923 bij Sint-Juliaan werd onthuld, vond men dit zo’n indrukwekkend gedenkteken dat men vreesde afbreuk te doen aan het unieke karakter van het beeld door het te kopiëren. Mogelijks speelden ook de kosten voor de oprichting van een dergelijk gedenkteken mee. In ieder geval werd toen geopteerd om op de zes resterende locaties niet het beeld van Clemesha te plaatsen, maar de kubussen uit Stanstead graniet zoals nu te zien bij onder meer Passendale en Hill 62.

Het gedenkteken van Clemesha is vervaardigd uit licht graniet uit de Vogezen en is ongeveer 11 meter hoog. De buste is in Brussel gebeeldhouwd. De 'Canadien' staat met zijn hoofd gericht naar de plaats van waar de gaswolk kwam aandrijven. Zijn houding ('rest on your arms reversed') is de traditionele militaire groet aan de doden: geweer ondersteboven, handen gevouwen over het achtereinde van de kolf en het hoofd voorover gebogen.

Ontwerper Frederick Chapman Clemeshaw, geboren op 3 augustus 1876 in Preston (U.K.), arriveerde aan het begin van de 20ste eeuw in Canada. Samen met F. Portnall startte hij een architectenbureau op in Regina. Hij was eveneens als beeldhouwer actief. Op 15 september 1915 meldde hij zich aan als oorlogsvrijwilliger: hij werd luitenant bij het 46ste bataljon. In 1918 raakte hij gewond aan zijn wang. Hij vestigde zich in 1922 in de Verenigde Staten. In Regina werd het beeld van ‘The Brooding Soldier’ eveneens verwerkt in het gedenkteken ter herinnering aan de omgekomen inwoners van de Eerste Wereldoorlog.

Het gedenkteken van Sint-Juliaan werd onthuld op 8 juli 1923 in aanwezigheid van de hertog van Connaught (broer van de Britse koning), prins Leopold van België en Maarschalk Ferdinand Foch.

Het park rond het gedenkteken bestond oorspronkelijk uitsluitend uit Canadese aarde en planten. De grote struiken met hun scherpe toppen stellen obussen voor, de juniperusstruiken granaattrechters. De plaatsen die worden aangegeven met de oriëntatiepijlen, hadden allemaal een bijzondere betekenis tijdens de Tweede Slag bij Ieper. De omgekomen Canadezen waarnaar verwezen wordt, liggen begraven op de Britse militaire begraafplaatsen in de omgeving. De Belgische staat heeft het terrein van het gedenkteken aan de Commonwealth geschonken.

Beschrijving

Speciaal daartoe aangelegd park omgeven door een haag (beuk), met groenaanplanting en met twee elkaar kruisende wegen met zitbanken en een cirkelvormig pad rond het gedenkteken. De toegangsmuur springt in met concave zijden en heeft twee hoge hoekpalen. In het midden staat een min of meer vierkant verhoog uit hardsteen met gedeeltelijk gebogen zijden. Hierop zijn oriëntatiepunten aangebracht. Op het verhoog staat een grote rechthoekige naar boven toe versmallende zuil uit witte granieten blokken (uit de Vogezen). De zuil, ongeveer 11m hoog, eindigt bovenaan in de buste van een Canadese soldaat, met gebogen hoofd, de handen gevouwen over een naar beneden gericht geweer.

Op de zuil, in hoofdletters: op de voorkant uitgehouwen in vlakreliëf "Canada"; op de linkerkant "Ici les 22-24 Avril 1915 dix-huit mille Canadiens du flanc gauche britannique résistèrent victorieusement aux premières attaques de gaz des Allemands 2,000 d'entre eux glorieusement tombés reposent près de cette colonne"; op de rechterkant "This column marks the battlefield where 18,000 Canadians on the British left withstood the first German gas attacks the 22-24 April 1915 2,000 fell and lie buried nearby", met puntjes tussen de woorden. Op het hardstenen verhoog zijn oriëntatiepunten met pijlen aangebracht, uitgevoerd in brons, van links naar rechts: "Ypres Hooge Zonnebeke Passchendaele Poelcapelle Langemarck Boesinghe".

Achter het gedenkteken bevindt zich een hardstenen sokkel met het kastje voor het "Registre des visiteurs Visitors book".

Uitvoering: Fred. Chapman Clemeshaw, Regina, Saskatchewan (ontwerper)

H. 1199 cm (t.o.v. de straat) x Br. 6455 cm x D. 17600 cm

  • BACCARNE R. & STEEN J. 1979: Boezinge 1914-1918. Gasaanval. 2e Slag om Ieper, Wervik.
  • CHIELENS P., DENDOOVEN D. & DECOODT H. 2006: De laatste getuige. Het oorlogslandschap van de Westhoek, Tielt.
  • JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
  • MCWILLIAMS J. & STEEL R. 1985: Gas! The Battle for Ypres, 1915, Ontario.
  • DE REGT H. s.d.: The Brooding soldier. Achtergronden en ontstaansgeschiedenis van het beroemde Canadese beeld bij Sint-Juliaan [online], The Brooding Soldier (laatst geraadpleegd op 12 december 2013).

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002425, Oorlogsgedenktekens Langemark-Poelkapelle (DECOODT H., 2009)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Canadees gedenkteken The Brooding Soldier [online], https://id.erfgoed.net/teksten/368412 (geraadpleegd op ).


Canadian Forces Memorial St. Julien 'Canadien' (St.-Juliaan - WOI) ()

Locatie

Gelegen langs de Brugseweg, ter hoogte van het kruispunt Kerselare met de Zonnebekestraat. Het monument ligt een 800m ten noordoosten van de kerk van St.-Juliaan. De omgeving is licht glooiiend en bestaat uit weiden en bebouwing.

Historische achtergrond

Toen de Eerste Slag bij Ieper gestreden was (18 oktober – 22 november 1914) hadden de Duitse troepen zich op de hoger gelegen gebieden in een wijde boog omheen Ieper ingegraven. Na de eerste oorlogswinter wilde de Duitse legerleiding de patstelling doorbreken door de inzet met een nieuw wapen: gas. Zowel op het oostelijke als op het noordelijke deel van de Ieperboog werden cilinders met chloorgas ingegraven door de “Stinkpioniere”, een bijnaam voor de speciaal opgeleide Duitse genietroepen voor het gas. Op 22 april 1915, om 17u, toen de wind uit het N. kwam, werden de ventieltjes van zo'n 5000 cilinders opengezet tussen Schreyboom (halfweg tussen Langemark en Poelkapelle) en Steenstrate. De beschaving maakte voor het eerst kennis met chemische oorlogvoering…

De frontbezetting aan geallieerde zijde zag er vóór de gasaanval als volgt uit: ten noorden van de brug van Steenstrate lag de Belgische 6de legerdivisie langs de westelijke kanaaloever. Tussen Steenstrate tot ten noorden van Langemark lag de 87ste Franse Territoriale Divisie (die bestond uit oudere reserve-soldaten, de zogenaamde “Pépères”); aansluitend tot aan de Brugseweg ten zuiden van Poelkapelle lag de 45ste Algerijnse Divisie (ook wel “les Joyeux” genoemd). Vanaf de Brugseweg lag de Canadese 1ste Divisie tot aan 's Graventafel, waar Britse divisies (respectievelijk 28ste, 27ste en 5de Divisie) het front overnamen.

Tegenover deze eenheden lagen de Duitse troepen, die veel sterker in getale waren: tegenover de Belgen lag de 45ste Reserve Divisie; tegenover de 2 Franse divisies lagen de 46ste, 52ste en 51ste Reserve Divisie, met de 4de Marinebrigade in reserve; tegenover de Canadezen lagen de 2de Reserve Ersatz Brigade en de 38ste Landwehr Brigade, met de 37ste Landwehr Brigade in reserve. Tegenover de Britten tenslotte lagen respectievelijk de 53ste en 54ste Reserve Divisies, de 39ste en 30ste Infanteriedivisies en de 3de Beierse Divisie.

Vooral de 2 Franse divisies zouden de gaswolk over zich heen krijgen. Velen stikten in de eerste lijn, anderen vluchtten in paniek weg. De chaos was compleet.

Beschermd met “Riechpäkchen” tegen het chloorgas trokken de Duitsers 15 minuten na het loslaten van het gas ten aanval. Ze trokken op tot de hoogte van Pilkem en het bos ten Z.W. van Sint-Juliaan (Kitchener's Wood). Op enkele uren tijd was een kilometerslange bres geslagen in de geallieerde verdediging. Die avond groeven de Duitse troepen zich echter in, wat tactisch gezien een kapitale fout zou betekenen, althans vanuit Duits standpunt: Ieper lag die avond namelijk voor het grijpen…

Na de gasaanval zou hevig gevochten worden in de omgeving van Steenstrate. De Belgische grenadiers poogden er de Duitse aanvallen tegen te houden. Niettemin slaagden de Duitsers erin het Kanaal Ieper-Ijzer over te steken. Op 24 april veroverden de Duitsers het gehucht Lizerne en ze stootten door richting Zuidschote. Uiteindelijk zouden Franse troepen, met de hulp van Belgische artillerie, erin slagen het gehucht Lizerne te heroveren op 27 april. Midden mei werden de Duitsers over het Kanaal teruggedreven.

Rechts, bij Sint-Juliaan, waren het de onervaren Canadezen van de 1st Division die op hun flank de aanvallende Duitsers het hoofd moesten bieden. Van 22 tot 27 april vonden er hevige gevechten plaats. Na die eerste gasaanval werd de hele nacht in blinde paniek gevochten. Er was een groot tekort aan mankracht, artillerie en communicatie met de bevelhebbers. Sommige Canadese eenheden konden door hun flinke weerstand de Duitse opmars aanzienlijk vertragen. Bovendien ondernamen enkele bataljons (het 10de en 16de) nog dezelfde nacht een tegenaanval, om Kitchener's Wood te heroveren. Weldra werden de Canadezen bijgestaan door haastig bijgehaalde troepen: de Indische Lahoredivisie, Britse bataljons die in reserve van het front bij Ieper lagen (Geddes Brigade), een Marokkaanse brigade, de 1ste Britse Territoriale Divisie (50th Northumbrian), de beroepssoldaten van de 4de Divisie en de elitetroepen uit de 3de Cavaleriedivisie.

Op 23 april werden vooral door Britten en Canadezen (1st en 4th) pogingen ondernomen tot tegenaanvallen, die vooral veel gewonden en een vertraging van de Duitse opmars tot gevolg hadden. Op 24 april losten de Duitsers voor een tweede keer gas, over een breedte van 1km in zuidoostelijke richting vanaf de Brugseweg, ten noordoosten van St.-Juliaan, richting Canadees front. Voornamelijk de artillerie moest voor de verdediging zorgen, want opnieuw was het probleem mankracht, bewapening en communicatie. Uiteindelijk, op 25 april, konden de Duitsers Sint-Juliaan veroveren op de Canadezen.

Van 22 tot en met 24 april verloren de Canadezen 1/3 van hun militairen, circa 6000 van hun snel getrainde militairen. Daarvan waren 1000 doden, veelal onder de infanterie. Meer dan 3000 verliezen waren van 24 april. 'Slechts' 228 mannen stierven direct door het gas. De Canadezen werden op 3 mei afgelost door Britten.

Het monument ter herinnering aan de rol van de Canadezen tijdens de Tweede Slag bij Ieper, werd onthuld op 8 juli 1923 in aanwezigheid van de hertog van Connaught (broer van de Britse koning), prins Leopold van België en Maarschalk Ferdinand Foch. De ontwerper Fred. Chapman Clemesha uit Regina maakte indertijd eveneens deel uit van het Canadese expeditieleger in Frankrijk.

De tuin rond het monument was oorspronkelijk uitsluitend opgebouwd uit Canadese aarde en planten. De grote struiken met hun scherpe toppen stellen obussen voor, de juniperusstruiken granaattrechters.

De 'Canadien' staat met zijn hoofd gericht naar de plaats van waar de gaswolk kwam aandrijven. Zijn houding ('rest on your arms reversed') is de traditionele militaire groet aan de doden.

De plaatsen die worden aangegeven door de oriëntatiepijlen, zijn allen plaatsen met een bijzondere betekenis in de slag van de gasaanvallen.

De gesneuvelde Canadezen waarnaar verwezen wordt, liggen begraven op de Britse militaire begraafplaatsen in de omgeving. De Belgische staat heeft het terrein van het monument aan het Gemenebest geschonken.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit kruispunt, Keerselaar in de volksmond, ook wel 'Vancouver Corner' of 'Vancouver Cross Roads' genoemd, naar de Canadese stad.

Beschrijving

Speciaal daartoe aangelegd park omgeven door een haag, met groenaanplanting en met twee elkaar kruisende wegen met zitbanken en een cirkelvormig pad rond het monument. De toegangsmuur springt in met concave zijden en heeft twee hoge hoekpalen. In het midden staat een min of meer vierkant verhoog uit hardsteen met gedeeltelijk gebogen zijden. Hierop de aanduiding van de oriëntatiepunten. Op het verhoog staat een grote rechthoekige naar boven toe versmallende zuil uit witte granieten blokken. De zuil eindigt bovenaan in de buste van een Canadese soldaat, met gebogen hoofd, de handen gevouwen over een naar beneden gericht geweer.

Op de zuil, in hoofdletters: op de voorkant uitgehouwen in vlakreliëf 'Canada'; op de linkerkant 'Ici les 22-24 Avril 1915 dix-huit mille Canadiens du flanc gauche britannique résistèrent victorieusement aux premières attaques de gaz des Allemands 2,000 d'entre eux glorieusement tombés reposent près de cette colonne'; op de rechterkant 'This column marks the battlefield where 18,000 Canadians on the British left withstood the first German gas attacks the 22-24 April 1915 2,000 fell and lie buried nearby', met puntjes tussen de woorden. Op het hardstenen verhoog zijn oriëntatiepunten met pijlen aangebracht, uitgevoerd in brons, van links naar rechts: 'Ypres Hooge Zonnebeke Passchendaele Poelcapelle Langemarck Boesinghe'.

Achter het monument bevindt zich een hardstenen sokkel met het kastje voor het 'Registre des visiteurs Visitors book'.

Uitvoering: Fred. Chapman Clemesha, Regina, Saskatchewan (ontwerper).

H. 1199 cm (ten opzichte van de straat) x Br. 6455 cm x D. 17600 cm

  • Het tracé van de A19 en het historisch & cultuurtoeristisch perspectief. Steenstrate - Pilkem Ridge - Wieltje, een historisch cruciaal deel van een historisch en cultuurtoeristisch bijzonder belangrijke frontlijn. Onuitgegeven document.
  • BACCARNE R. & STEEN J. 1979: Boezinge 1914-1918. Gasaanval. 2e Slag om Ieper, Wervik, Drukkerij-Uitgeverij Almar P.V.B.A.
  • JACOBS M. 1995: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 1, Brugge.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge.
  • McWILLIAMS J. & STEEL R. 1985: Gas! The Battle for Ypres, 1915, Ontario, Vanwell Pub. Ltd.
  • VERBEKE Roger 1998: De Franse gedenktekens op de Kemmelberg, Gidsenkroniek Westland, 4.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Canadees gedenkteken The Brooding Soldier [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195573 (geraadpleegd op ).


Canadees gedenkteken ()

Op kruispunt met Zonnebekestraat, Canadees gedenkteken, gesigneerd en gedateerd F.C. Clemesha - 1921, op de grond rechts van monument. Het is één van de mooiste oorlogsmonumenten, tevens het enige gedenkteken uit Britse Gemenebest in Vlaanderen voor die periode.

Arduinen monument opgericht op rechthoekig platform met oriëntatie-aanduiding, middenin een omhaagd park met coniferen. Centraal pad met bordes, aansluitend bij geblokt arduinen muurtje met hoekpostamenten. Elf meter hoge obelisk, bekroond met de buste van een Canadees soldaat- het hoofd gebogen, de handen rustend op de geweerkolf - die uit het massieve voetstuk groeit.

Opschrift "Canada" in cartouche op voorzijde van obelisk. Op de linkerzijde: "This column marks the battlefield where 18.000 Canadians on the British left withstood the first German gas-attacks the 22-24 of april 1915. 2.000 fell and here lie buried". Franse versie op rechter zijde. Enigszins 'misleidend' opschrift, gezien de gesneuvelden verspreid begraven liggen in verschillende kerkhoven en niet in de onmiddellijke omgeving van het gedenkteken zelf.


Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. & Huys M. 1987: Canadees gedenkteken The Brooding Soldier [online], https://id.erfgoed.net/teksten/44070 (geraadpleegd op ).