Wederopbouwhoeve naar ontwerp van architecten V. Cols en J. De Roeck (Antwerpen) van 1920, grosso modo teruggaand op de regionale hoevebouw, zie opstelling: L-vormige opstelling van losse, lage bestanddelen, als boerenhuis aanleunend bij langgestrekt type, en dwarsschuur rond een deels verhard erf; aanplanting: omhaagd voortuintje; materialen: verankerde baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken met kort overstekende rand, bij boerenhuis met onderbroken nok en klimmende dakvensters boven stalgedeelte; houten latei en bakstenen lekdrempels bij stal- en huisopeningen; streekeigen bouwelementen: rechthoekige muuropeningen onder rondbogige ontlastingsboog; boogvelden met visgraatverband; "traditiegebonden" houtwerk met kleine roedeverdeling bij woonhuis; indeling: boerenhuis met van links naar rechts zwijnen-, kalver-, koestal, voederkeuken, paardenstal en woonhuis. Anderzijds, boerenhuis met gecementeerd rechter risaliet uitlopend op tuitgevel.
Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)