Dieperin gelegen wederopbouwhoeve, teruggaand op de regionale hoevebouw, zie opstelling: U-vormige opstelling van losse, lage bestanddelen, namelijk boerenhuis (nokrichting parallel aan de straat), stal- (nokrichting loodrecht op het huis) en schuurvleugel (nokrichting loodrecht op het huis huis), respectievelijk ten zuidwesten, noordwesten en zuidoosten van begrind erf; noordelijk de erfoprit; aanplanting: centraal sier- en moestuintje; voorliggend veld; materialen: verankerde, rode baksteenbouw, bij boerenhuis op gecementeerde plint; pannen (mechanische) zadeldaken met overstekende rand op houten modillons, bij boerenhuis voorzien van wolfseinden; bakstenen strekken boven de rechthoekige huisopeningen waarvan de deuropening nog geaccentueerd door middel van bakstenen kroonlijstje op imposten; cementen lekdrempels; "traditiegebonden" houtwerk, deels met kleine roedeverdeling; streekeigen bouwelementen: dakvenster van boerenhuis en stal voorzien van tuitgevel met aflijnende rollaag; uilengat in linkerzijgevel van boerenhuis en rechts stalgevel; steunberen tegen erfgevel van schuur; indeling: boerenhuis met rechts opkamer van twee traveeën boven rechthoekige kelderopeningen, aan erfzijde; schuur met links een wagenhuis, kelder en rechts dwarsschuur.
Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)