erfgoedobject

Den Wolsack

bouwkundig element
ID
4408
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4408

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Den Wolsack
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Den Wolsack
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Herenhuis den Wolsack: onderdelen
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

Complex herenhuis genaamd “den Wolsack”, vanaf 1621 “de Keyserskroon”. Het pand wordt reeds vermeld in 1397-1401, en had toen een uitgang in de Lange Koepoortstraat. Waarschijnlijk vormde het pand toen samen met het aanpalende ”den Grooten Reghenboghe” één grote "huizinge en erve", die in latere tijden in meerdere delen is gesplitst. Het huidige hoofdgebouw met een traditionele kern klimt op tot de 16de en 17de eeuw. De zogenaamde "Hofkamer", het zomerhuis achteraan in de tuin, werd in 1772 in classicistische stijl heropgebouwd in opdracht van de koopman François Adrien Van den Bogaert en zijn echtgenote Maria Anna Roggens. Het gevelfront van het hoofdgebouw onderging een grondige aanpassing in neoclassicistische stijl in 1837, naar een ontwerp door de architect Franciscus De Wolf. Opdrachtgever van deze ingreep was de wijnhandelaar Jean Daniel Peyrot (Luserna San Giovanni, 1791-Antwerpen, 1861) telg uit een Piemontese Waldenzerfamilie, die in 1816 in Leiden was gehuwd met de Nederlandse Paulina Maria Antoinetta Van Bommel (Leiden, 1793-Antwerpen, 1859). De ingreep betrof het toevoegen van het risaliet, de plint, het hoofdgestel en de lekdrempels aan de verlaagde bovenvensters, met behoud van de laatbarokke poort uit de eerste helft van de 18de eeuw. Van De Wolf zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit begin jaren 1830 tot midden jaren 1850. In “den Wolsack” was van 1925 tot 1970 de procuur van de Missiën van Scheut gevestigd, later een Stedelijk Jeugdcentrum. Het pand kwam in 2002 in het bezit van erfgoedorganisatie Erfgoed Vlaanderen, sinds 2012 Herita. die de Hofkamer in 2013-2017 liet restaureren, inclusief de plafondschildering “Goden op de Olympusberg”.

Hoofdgebouw

Het hoofdgebouw bestaat uit een vleugel van zes traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Hiertegen leunen zijde binnenplaats twee parallelle dwarsvleugels aan, onder afgesnuite zadeldaken (nok loodrecht op de straat, leien) met getrapte aandaken. De neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel met dubbelhuisopstand, beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema. Licht asymmetrisch, legt de compositie de klemtoon op het gedesaxeerde middenrisaliet in de vierde travee. Dit laatste wordt boven de laatbarokke rondboogpoort gemarkeerd door hoekkettingen en geriemde vensteromlijstingen, met op de eerste verdieping een gestrekte waterlijst en tandlijst op voluutconsoles, en onder de gekorniste kroonlijst een rozettenfries. Verder verkleinende registers van rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde dagkanten, op de begane grond met doorlopende, hardstenen lekdrempels en gebogen, smeedijzeren tralies, op de bovenverdiepingen met individuele lekdrempels op voluutconsoles en palmetten. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging.

Rondboogpoort gevat in een markante, laatbarokke omlijsting uit blauwe hardsteen, uit de eerste helft van de 18de eeuw. De geprofileerde archivolt met voluutsleutel, omschreven door een omlijsting met oren, rust via gelede imposten op rechtstanden met verdiept paneelwerk en neuten, en is omgord door een parellijst. Het geheel wordt geflankeerd door composiete zuilen met basement, waarvan de gebuikte en geringde schacht is versierd met lauwerkransen. Deze dragen via een gelede architraaf en een onversierde fries, het gebogen pseudo-fronton met tandlijst. Een spiegel met oren, neuten en guttae vult het timpaan, versierd met aan ringen opgehangen guirlandes en cornucopia. Houten vleugeldeur met paneelwerk en een gesculpteerde ramskop op de makelaar; fraaie smeedijzeren waaier met radiaal patroon in het bovenlicht.

Aan de binnenplaats: bepleisterde en beschilderde opstanden met een kern uit de 16de of de 17de-eeuw, aangepast in de 19de eeuw. Rechthoekige vensters met kwartholle neggen en waterlijsten. Ertegen aanleunend: Onze-Lieve-Vrouw met Kind op de rechterarm, op een sokkel met rocailleversiering, onder halfronde luifel met lamberkijnen, te dateren omstreeks 1750. Verder twee hardstenen pompen, een met een wortelmotief in renaissancestijl, de andere met een spiegel en voluten in barokstijl.

Interieur. Enkele bewaarde rococo-deuren, lijstwerk op plafonds, en een eiken trap. De kelders lopen door onder het aanpalende nummer 29. Een getoogde pijlerarcade uit zandsteen en ingedrukte gewelven in baksteenmetselwerk wijzen mogelijk op een 15de-eeuwde oorsprong.

Hofkamer

Achteraan in de tuin en over de ganse breedte: zomerhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). De constructie heeft een structuur uit de 16de eeuw, en een classicistisch gevelfront "MDCCLXXII" (1772) gedateerd op een gevelsteen. Het gebouw paalt aan het gildehuis van de Zilversmeden in de Lange Koepoortstraat. De lijstgevel opgetrokken uit baksteenmetselwerk verrijkt met zandsteen en blauwe hardsteen, werd tussen 1925 en 1936 gedecapeerd, en bij de restauratie in 2013-2017 zoals oorspronkelijk opnieuw bepleisterd en beschilderd. Regelmatig van ordonnantieschema, legt de compositie de klemtoon op het hoger opgetrokken, volledig hardstenen middenrisaliet Uitgewerkt als frontispice, wordt dit laatste gemarkeerd door de rondboogpoort met een geprofileerde archivolt, sluitsteen en imposten, gevat tussen pilasters en gegroefde balkonconsoles. Het balkon van de bel-etage onderscheidt zich door een smeedijzeren borstwering gevat tussen postamenten, waarop een mannen- en vrouwenbeeld oorspronkelijk in terracotta (in 1973 vervangen door polyester-afgietsels). Hogerop een rechthoekig deurvenster in geriemde riemomlijsting met oren en sluitsteen, waarboven een spiegel met waterlijst, neuten en guttae. De bekroning wordt gevormd door een ronde oculus, waarin een vergulde uurwerkplaat uit de bouwperiode (uurwerk gesigneerd door P. Van Hoof). Geflankeerd door putti op postamenten, en afgewerkt met een gekorniste en gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden, is de oculus verder versierd met guirlandes en schelpmotieven; een metalen armilairsfeer vormt het topstuk. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige vensters in een hardstenen omlijsting met uitgeholde hoeken, een kleine lekdrempel en een zandstenen wig als ontlasting. Oorspronkelijke houten vleugeldeur en schuiframen met rechthoekige roedeverdeling, en een gedeeltelijk bewaarde beglazing uit paars Venetiaans glas. De borstwering en de fries zijn voorzien van verdiepte panelen in een zandstenen omlijsting, waarin gesculpteerde festoenen. Boven de houten kroonlijst, twee hardstenen, rechthoekige dakkapellen met voluutvormige vleugelstukken en gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden.

Interieur. Op de gelijkvloerse verdieping, witmarmeren schouw, overdadig gedecoreerd met Lodewijk XVI-motieven in een barokke geest. Plafondschildering op doek, die de Goden op de Olympos verbeeldt. Op de bovenverdieping: minder druk versierde witmarmeren schouw in classicistische stijl (omstreeks 1800). Naast de alkoof: merkwaardige latrine uit het vierde kwart van de 18de eeuw waarvan de wanden bekleed zijn met imitatie-boekbanden.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1837#90.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Den Wolsack [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4408 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.