Wederopbouwhoeve, naar verluidt daterend van 1922, teruggaand op de regionale hoevebouw, zie opstelling: U-vormige opstelling van losse, lage bestanddelen als boerenhuis (nokrichting parallel aan de straat), stal- (nokrichting loodrecht op het huis) en schuurvleugel (nokrichting loodrecht op het huis), respectievelijk ten zuidoosten, zuidwesten en noordoosten van erf met aflijnende stoepen; boerenhuis palend aan de straat; ten zuiden erfoprit; aanplanting: siertuintje voor boerenhuis, aan straatzijde; materialen: verankerde rode baksteenbouw; plint gemarkeerd door middel van bakstenen kordon; zadeldaken (mechanische pannen) met overstekende rand op houten modillons, doorbroken door klimmende dakvensters op schoorstukken bij stal en boerenhuis; traditionele bakstenen strekken en lekdrempels bij de korfbogige stalopeningen; anderzijds witbeschilderde betonbalkjes boven de rechthoekige huisopeningen; streekeigen bouwelementen: gemarkeerde schoorsteentravee en muuropeningen verdiept in korfboogomlijsting bij boerenhuis; uilengat in oostelijke zijgevel van schuur; indeling: boerenhuis van drie traveeën + drie opkamertraveeën rechts, aan straatzijde; dubbelhuisopstand; lager aanleunend bakhuis onder afgewolfd lessenaarsdak tegen linker huisgevel; dwarsschuur met links wagenhuis en rechts stalgedeelte. Recente loods ten westen van het hof.