Georiënteerd bedehuis midden omhaagd kerkhof met onder meer bakstenen kruiswegstaties, oorlogsgedenkteken met inscriptie "Bikschote aan zijne helden - 1914-1918" en in zuidwestelijke hoek, kapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Rust en Vrede, zie opschrift. Oudste vermeldingen van kerk verwijzen naar circa 1200. Huidige, neogotische hallenkerk naar ontwerp van architect M. Hocepied (Moeskroen) van 1921: imitatieve wederopbouw van een laatgotische hallenkerk met westtoren, traditioneel kerkschema van het kustgebied; hersteld en vergroot naar ontwerp van architect J. Lernould (Ieper) van 1863-64 en toen voorzien van een uitgewerkte vierkante toren overgaand in een achthoek, getypeerd door wimbergen en naaldspits; terugkeer naar regionaal torenpatroon bij de wederopbouw.
De plattegrond ontvouwt een voorgeplaatste westtoren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een koor van één rechte travee en driezijdige sluiting, twee zijkoren van één smallere travee met rechte sluiting, een zuidelijk gelegen sacristie, bergruimte ten noorden en doopkapel ten noordwesten in aansluitende stijl. Verankerde gele baksteenbouw op ijzerzandstenen sokkel; rood bakstenen metselaarstekens voornamelijk op toren en oost- en westgevels; leien spits en zadeldaken. Vierkante westtoren van vier geledingen gestut door middel van haaks op elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen. Aanleunend polygonaal traptorentje van drie geledingen - de twee bovenste met korfbogige casementen - onder bakstenen spits, tegen zuidgevel. Geprofileerd spitsboogportaal onder bakstenen druiplijstje. Erboven, spitsbogig drielicht (bakstenen tracering) onder strek van afwisselend rode en gele baksteen op afzaat en doorgetrokken lekdrempel. Derde geleding: gekoppelde, blinde spitsboogvensters: tweelichten met bakstenen maaswerk op dito afzaat. Gekoppelde spitsbogige galmgaten op dito afzaat. Aflijnend korfboogfries. Borstwering met rondboogfries? gevat tussen polygonale hoektorentjes onder bakstenen spits, met kruisbloem. Naaldspits. Flankerende westelijke tuitgevels met aandak en muurvlechtingen. Aanleunende noordwest gelegen doopkapel onder lager zadeldak begrensd door westelijke tuitgevel met aandak en muurvlechtingen; roosvenster met cirkelvormige traceringen, onder druiplijst. Zuidelijke tuitgevel gestut door middel van haaks op elkaar staande hoeksteunberen met versnijding; spitsbogig tweelicht (bakstenen tracering) op afzaat, onder strek van rode en gele baksteen. Zijbeuken en koor geritmeerd door middel van steunberen met versnijding en spitsbogige drielichten (bakstenen maaswerk, vervangen in noordelijke gevel) op afzaat met doorgetrokken lekdrempel; aflijnend tandlijstje. Zijkoren begrensd door oostelijke tuitgevel (zie westgevel) met gemarkeerd schoorsteenverloop en geprofileerde schoorstenen.
Bepleisterde hallenkerk. Spitsbogige scheibogen op arduinen zuilen met achtzijdige sokkel en uitgewerkte knopkapitelen. Houten spitstongewelven met trekhaken. Toren met geplafonneerde begane grond.
Mobilair. Voornamelijk neogotisch, zie biechtstoelen koorgestoelte, preekstoel. In zijkoren en sacristie, communiebank (deels verguld smeedijzer), 18de eeuw.
- Archief van het Kadaster, Dienst der Verwoeste Gewesten, 6820.
- Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Brugge, 144.
- ROOSE-MEIER B., Fotorepertorium van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Ieper I, Brussel, 1978-1979, p. 19-20.