Den Spieghel ()

Historiek

"Den Spieghel", een herenhuis dat zich oorspronkelijk uitstrekte van de Grote Markt tot de Oude Beurs, wordt vermeld vanaf de vroege 14de eeuw. De "Bullinckstrate", de huidige Oude Beurs, vormde de hoofdstraat van het oude oppidum, en gold als een van de voornaamste straten van het middeleeuwse Antwerpen. Tot het midden van de 15de eeuw was “De Spieghel” in het bezit van de aristocratische families Bode, Wilmaer en Van Halmale. Zij werden opgevolgd door vermogende kooplui, zoals de meersenier Peter Gielis, die het herenhuis in 1506 verwierf. Opgedeeld in de late 16de eeuw werd het gedeelte aan de Grote Markt eveneens genaamd “De Spieghel”, in 1620 aangekocht door het schuttersgilde van de Jonge Handboog. Stadstresorier Alexander van den Broeck-Vekemans verwierf het gedeelte aan de Oude Beurs. Na de dood van diens zoon Jan-Alexander, kwam “den Spieghel” in 1650 in het bezit van stadsnotaris Batholomeus Van den Berghe. Na 1673 volgden de families Van der Aa, De Pieters, Janssens en Joris elkaar op. Vanaf 1888 was hier de lagere meisjesschool van de Onze-Lieve-Vrouweparochie gehuisvest.

Omstreeks 1506 zou het herenhuis, dat terugging op een oudere kern, zijn herbouwd of uitgebreid. In de 17de eeuw volgde nogmaals een gedeeltelijke heropbouw of verbouwing, met behoud van delen van de bestaande gebouwen. Ingrijpend aangepast in de loop van de 19de en 20ste eeuw, werd het complex in opdracht van projectontwikkelaar M.P. Omega (Marcel Peeters) gerestaureerd, naar een ontwerp door de architect Alex J. Vijt en ingenieur Theo J. Foubert uit 1976-1977. De restauratie kaderde in een groots opgezet woningbouwproject op het bouwblok gevormd door Braderijstraat, Oude Beurs en Wisselstraat, met inbegrip van de Spanjepandsteeg, waarvan “den Spieghel” de kern vormde. Analoog aan de wederopgebouwde Vleeshuiswijk, refereert de sobere, eigentijdse baksteenarchitectuur van het nieuwbouwcomplex, met puntgevels en een gaanderij aan de Wisselstraat, aan de traditionele Antwerpse huizenbouw en parcellering.

Architectuur

Het complex omvat vier vleugels van ongelijke breedte en hoogte onder zadeldaken, die een vrij ruime rechthoekige binnenplaats omsluiten. De zuidvleugel en het zuidelijk gedeelte van de westvleugel dateren blijkbaar van omstreeks 1506. De noord- en oostvleugel en het noordelijk gedeelte van de westvleugel dateren daarentegen waarschijnlijk van 1610-1645. De gevelopstanden, die ingrijpende verbouwingen en aanpassingen ondergingen in de loop van de 19de en de 20ste eeuw, werden na 1977 gerestaureerd.

Voorgebouw

De sterk aangetaste voorgebouw met geknikte gevellijn op de hoek van Oude Beurs en Spanjepandsteeg, oorspronkelijk een verankerde, traditionele constructie twee bouwlagen hoog, maakte plaats voor nieuwbouw, met behoud van de barokpoort. Rondboogpoort in een omlijsting in weelderige barokstijl uit blauwe hardsteen, te dateren in het derde kwart van de 17de eeuw. De geblokte archivolt met voluutsleutel en waterlijst rust op geblokte, composiete pilasters met stafwerk, guttae, een ingediept schacht en basement, geflankeerd door voluten. Het tweeledige, getraliede bovenlicht wordt bekroond door een driehoekig pseudofronton met voluutconsoles en -klauwstukken, een rolwerkcartouche in het timpaan en chute op de middenstijl. Houten vleugeldeur met paneelwerk, gecanneleerde makelaar en een gebeeldhouwde reliëf in de waaier. Dit laatste verbeeldt, een zittende, zogende vrouw met spiegel in de rechterhand omringd door putti, en gesitueerd in een landschap met poort en boompjes..

Binnenplaats

De binnenplaats wordt ten westen en zuiden omringd door de oudste gevels uit de vroege 16de eeuw, die zich onderscheiden door een zandstenen parement, en worden gemarkeerd door de huistoren. De noord- en oostzijde zijn afgezet met 17de-eeuwse gevels in bak- en zandsteenbouw. Op basis van de aangetroffen bouwsporen ondergingen de gevels een ingrijpende restauratie naar de oorspronkelijke toestand, met reconstructie van de kruiskozijnen. Het binnenplein werd ook teruggebracht tot zijn oorspronkelijk niveau.

Westvleugel van vier traveeën en drie bouwlagen, met in de voorlaatste travee een getrapt dakvenster van drie treden met schouderstukken en overhoeks topstuk. Deze wordt ten noorden gemarkeerd door de huistoren, en loopt ten zuiden via twee geknikte traveeën over in de zuidvleugel, van vier traveeën en twee bouwlagen. De zandstenen opstanden verankerd door smeedijzeren muurankers, zijn opgebouwd uit verkleinende registers van kruiskozijnen met kwartholle negblokken onder ontlastingsbogen; steigergaten onder de daklijst.

Huistoren in bak- en zandsteenbouw met hoekkettingen op een octogonale plattegrond. Deze dateert waarschijnlijk van omstreeks 1506, en is aldus een van de oudste resterende voorbeelden van Antwerpse huistorens. Vanwege de stilistische overeenkomsten met het Vleeshuis, wordt de toren in verband gebracht met bouwmeester Herman de Waghemakere. Gelijkaardige voorbeelden zijn “den Grooten Reghenboghe” verderop aan de Oude Beurs, “huis Draecke” in de Heilige Geeststraat, en de “Oude Beurs” in de Hofstraat. Geleed door waterlijsten wordt de schacht spiraalsgewijs geopend door rechthoekige luikjes. De overkragende uitkijk op zandstenen consooltjes, heeft rechthoekige luikjes in de acht zijden, en geknikte, leien spits als bekroning.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#57906 en 18#60395.
  • PHILIPPEN L.J.M. & PRIMS F. 1929: Onze School. Gedenkboek 1879-1929, Antwerpen 50-59.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Den Spieghel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298339 (geraadpleegd op ).


Huis den Spieghel ()

"Herenhuizinge", eertijds zogenaamd "den Spieghel". Wordt in Antwerpse archiefstukken vermeld van in 1387 als gelegen aan de noordzijde van de Grote Markt en palend noordwaarts aan de "Bullinckstrate", de hoofdstraat van het oude oppidum, een van de voornaamste straten van het middeleenwse Antwerpen, heden Oude Beurs. Omstreeks 1506 moet het oudere gebouw of gebouwencomplex herbouwd of uitgebreid zijn. In 1589 werd het zuidelijk gedeelte van het complex, palend aan de Grote Markt, afgescheiden van het geheel en omgevormd tot een apart ruim woonhuis - het huidige pand Grote Markt nummer 9, van 1620 af gildehuis van de Jonge Handboog. In de 17de eeuw nog eens gedeeltelijk her- of verbouwd tot "huizinge", eveneens genaamd "den Spieghel", heden Oude Beurs nummer 16, met behoud van zekere gedeelten van de oudere toestand. De geschiedenis van het gebouw is nauw verbonden met die der stad. Het werd bewoond door personen en families met aanzien in de geschiedenis van Antwerpen.

Het huidige gebouw omvat vier vleugels van ongelijke breedte en hoogte die een vrij ruime rechthoekige binnenplaats omsluiten (zadeldaken, pannen en leien). De zuidelijke en het zuidelijk gedeelte van de westvleugel blijkbaar van circa 1506. De noordoostelijke en het noordelijk gedeeltes van de westvleugel dateren daarentegen waarschijnlijk van 1610-45; alles verbouwd en aangepast in de 19de en de 20ste eeuw. Voorgevel langs Oude Beurs van twee bouwlagen: gecementeerde lijstgevel met geknikte gevellijn: behouden muurankers. Rechthoekige vensters met lekdrempels. Proefkappingen wezen uit dat de bepleistering enkele weinig fraaie verbouwingen verbergt in ruw uitgevoerd metselwerk. Gevel beëindigd met eenvoudige houten dakgoot. Markante poortomlijsting van blauwe hardsteen in weelderige barokstijl uit het derde kwart van de 17de eeuw: geblokte rondboog in omlijsting met sluitsteen op plastische barokpilasters; getralied spiegelboogvormig bovenlicht met tussenstijl, tussen krachtig geprofileerde voluten, gecantonneerd door vleugelstukken en bekroond door driehoekig fronton; cartouche. Boogveld van de poort zelf opgevuld met beeldhouwwerk dat een zich spiegelende vrouw voorstelt, omringd door putti (17de eeuw); eveneens oorspronkelijke houten poort, aan de binnenkant met ijzeren beslag.

Spanjepandsteeg-zijde: het eerste deel aan de hoek sluit rechtstreeks aan bij de Oude Beurs. Verder kleine aangebouwde huisjes met oude kernen. Alle gecementeerde gevels. De laatste puntgevel is een eigentijdse uitwerking voor een trapzaal. Op de hoek; Onze-Lieve-Vrouw met Kind op linkerarm uit de tweede helft van de 18de eeuw, hier geplaatst in 1878; console in de vorm van een wereldbol met maansikkel en serpent; onder banaal afdakje; kleine lantaarn.

Binnenplaats: gevels gedecapeerd met het oog op restauratie, waarbij het binnenplein zal uitgediept worden tot op het oorspronkelijk niveau (70 cm).

Noord- en oostzijden: baksteen, sporen van zandstenen omlijstingen (hergebruikt materiaal?). Volumes bestaan uit een schier eindeloze reeks van niet waardevolle verbouwingen. Restauratie beoogt eigentijdse geveluitvoeringen, opgevat volgens de structuurelementen van de oorspronkelijke gevel.

De noordwestverbinding: resten van bak- en zandstenen architectuur, aangebouwd tegen de toren, waarmede het echter geen geheel vormt (zie volledig verticaal doorlopende voeg). Zwaar geschonden overblijfsel van een (16de eeuw?) vensterprofiel met ingebouwd traliewerk.

Huistoren op westmuur: bak- en zandsteenarchitectuur op octogonale plattegrond, dateert waarschijnlijk van circa 1506 en is aldus een van de oudste resterende voorbeelden van Antwerpse huistorens (zie Oude Beurs nummer 29, H Geeststraat nummer 9, Hofstraat nummer 15). Overkragende uitkijk op zandstenen consooltjes: geopend met rechthoekige luikjes; geknikt piramidaal dak. Wordt in verband gebracht met Herman de Waghemakere (?). Hersteld in 1930. De voorgenomen restauratie zal de bestaande situatie volgen en enkel de verweerde delen vervangen en de verzakte partijen herstellen.

Westvleugel: drie bouwlagen en vier traveeën: oorspronkelijk volledig met zandstenen parement, verbouwd met baksteen; behouden muurankers. Heden rechthoekige vensters met strek en arduinen latei (19de eeuw); oorspronkelijk (einde 15de eeuw, circa 1506) rechthoekige vensters in laat-gotisch geprofileerde omlijsting onder ontlastingsboog, eertijds met tussendorpel en met vrij zware tussenstijl. Dit venstertype vindt men ook terug in de reftervleugel van het Dominikanenklooster. De restauratie zal deze laat-15de-eeuwse toestand herstellen.

Verbinding tussen west- en zuidvleugel: schuine geprofileerde boog geeft toegang tot het verbindingsvolume tussen west- en zuidvleugel; rechts gedragen door console, links waarschijnlijk uitlopend op een basement. Dit portaal bewaart verder nog een intact geprofileerde vensteromlijsting die als model zal dienen voor de reconstructie van de andere.

Zuidvleugel: vier traveeën en twee verdiepingen: zie westvleugel; ontlastingsbogen in het baksteenmetselwerk getuigen van verschillende verbouwingen. De restauratie van Oude Beurs nummer 16 maakt deel uit van een groots bouwprojekt dat het blok Braderijstraat-Oude Beurs-Wisselstraat zal revaloriseren; ook de landschappelijk belangrijke Spanjepandsteeg zal herbouwd worden waarbij geopteerd wordt voor sobere eigentijdse heraanpassing van de kleine huisjes aan de zijde van Oude Beurs nummer 16.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Den Spieghel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4413 (geraadpleegd op ).