Burgerhuis in second-empirestijl volgens de bouwaanvraag uit 1860 opgetrokken in opdracht van C. Van Hove. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoning met enkelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen waarin een kelderluik. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van getoogde deur- en vensteropeningen met geprofileerde dagkanten, op de bovenverdieping gevat in een doorlopend raster van platte banden. De pui onderscheidt zich door sluitstenen met een leliemotief en een hardstenen deuromlijsting, de bel-etage door een geajoureerde borstwering met postamenten. De lagere tweede verdieping wordt geaccentueerd door rankwerk en gebogen waterlijsten op de lateien en de borstweringen. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries, en een houten kroonlijst met tandlijst op voluutconsoles, gekoppeld in de middentravee, vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd deur- en vensterschrijnwerk; bewaarde gietijzeren voetschraper.