Winkelhuis in second-empirestijl samen met het achter aanpalende Handschoenmarkt 6 gebouwd naar een ontwerp door de architect Heliodore Leclef uit 1870. Opdrachtgever was de banketbakker-confiseur Jacques Henri Fimmers, echtgenoot van Maria Josephina Catharina Marres (°Maastricht, 1837). Al sinds omstreeks 1830 was de confiseur Peter Johan Fimmers op dit perceel gevestigd, onder de naam “den Chocolaet molen”. Louis Leclef liet in 1906 een nieuwe winkelpui in art-nouveaustijl aanbrengen naar een ontwerp door de architect Ernest Pelgrims.

Het complex Fimmers behoort tot het late, klassiek geïnspireerde oeuvre van Heliodore Leclef, die een succesvolle loopbaan ontplooide in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn gekende realisaties in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten op de Frankrijklei, eveneens daterend uit 1871. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.

Rijwoning van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een klassieke houten winkelpui met middenportaal, pilasters en entablement. Van de huidige winkelpui uit 1906 zijn later het terugwijkende portaal, de roedeverdeling en rolluikkast met consoles in art-nouveaustijl verwijderd. Geleed door cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de bovenbouw aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters met gietijzeren parapetten. De eerste twee verdiepingen onderscheiden zich door geriemde vensteromlijstingen met oren en een cartouche- of palmetsleutel tussen rankwerk; extra waterlijsten accentueren de hogere bel-etage. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf en houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging.

Burgerhuis in second-empirestijl, vier traveeën, vier bouwlagen en zadeldak (mechanische pannen; nok parallel aan de straat), in 1870 gebouwd naar ontwerp van architect Leclef.

Bepleisterde, witgeschilderde bovenbouw met rechthoekige muuropeningen voorzien van smalle ijzeren leuningen op doorlopende lekdrempels, met kordon op tweede en derde bouwlaag; geriemde stuc-omlijsting met oren verrijkt met cartouche-, respectievelijk schelpvormige sleutels in loofwerk; gekorniste druiplijsten boven de vensters van de hoofdverdieping. Gevelbekroning door middel van eenvoudig entablement en kroonlijst op klossen en caissons.

Vernieuwde begane grond.