Teksten van De Gulden Tessche

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4429

De Gulden Tessche ()

Diephuis van vier traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), dat in kern mogelijk opklimt tot de tweede helft van de 16de eeuw. De barokke, in- en uitgezwenkte topgevel draagt in een gevelsteen het jaartal 1661. Het betreft mogelijk een traditionele trapgevel, die in barokstijl werd aangepast door het verwijderen van de treden en het toevoegen van lijstwerk, voluten en een fronton. Dirk Van Sina liet de opstand in 1932 restaureren onder leiding van de architect Stan Leurs. Van deze ingreep dateren de huidige pui en de gereconstrueerde kruiskozijnen; tot dan waren enkel de kruiskozijnen van de tweede verdieping bewaard.

De in- en uitgezwenkte topgevel heeft een parement uit zandsteen verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Het lijstwerk, de voluten en de gevelsteen zijn uitgevoerd in blauwe hardsteen. De bovenbouw bestaat uit registers van gereconstrueerde, gekoppelde kruiskozijnen in verkleinende ordonnantie, met kwartholle dagkanten, wigvormige ontlasting en kordonvormende lekdrempels. De tweeledige geveltop wordt gemarkeerd door een geprofileerde waterlijst en voluten, en bekroond door een houten, driehoekig pseudo-fronton op gestrekte uiteinden. Beide geledingen zijn opgedeeld door een klassiek entablement met architraaf, fries en kroonlijst, in de middenas geaccentueerd door de gevelsteen. Een drielicht met kwartholle dagkanten doorbreekt de eerste geleding, samengesteld uit een rondbogig middenluik met imposten en diamantkopsleutel, tussen kloosterkozijnen waarvan het middenkalf is verwijderd. Bekroond door sierbollen, zijn de voluten van de tweede geleding onderling verbonden door een spiegelbooglijst. Deze omschrijft een rechthoekig luik.

De oorspronkelijk pui met insteekverdieping en portaal in de tweede travee, licht aangepast in 1858, vormde een skeletstructuur van posten en lateien uit blauwe hardsteen. Deze werd in 1871 door de aannemer Jean Joseph Buisseret aîné gewijzigd, door het wegbreken van de tussendorpels en het aanbrengen van een houten bekleding. De huidige pui door Stan Leurs uit 1932, is een eigentijdse interpretatie van de oorspronkelijke, met een zwaardere sectie voor posten en lateien, opgehoogd met diamantkoppen.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1932#42509, 1858#502 en 1871#852; foto FOTO-OF#6792.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Gulden Tessche [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203869 (geraadpleegd op ).


De Gulden Tessche ()

Diephuis van vier traveeën, drie bouwlagen met insteek en zadeldak (mechanische pannen) beëindigd met barokke in- en uitgezwenkte top, 1661 gedateerd in gevelsteen. Parement van zandsteen met gebruik van arduin voor versiering en omlijstingen.

Vereenvoudigde pui met rechthoekige muuropeningen.

Bovenbouw geritmeerd door krulankers en doorlopende lekdrempels: gerestaureerde kruiskozijnen en wigvormig ontlastingssysteem. De tweeledige top, eveneens gerestaureerd, is gemarkeerd door gekorniste waterlijsten, op de hoeken versierd met voluten en bolornament: in onderste geleding, verweerd rondboogvormig middenvenster verrijkt met sleutel en imposten: aan weerszij, een aangepast kloosterkozijn; in bovenste topgeleding, rechthoekig luik en volplastische spiegelboogdecoratie. Een driehoekig gebroken fronton op top.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Gulden Tessche [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4429 (geraadpleegd op ).