In oorsprong traditioneel diephuis dat in kern minstens opklimt tot de 17de eeuw. Julie Malfeson liet het pand in 1859 in neoclassicistische stijl aanpassen, naar een ontwerp door de architect Bartholomeus De Proost. De werken betroffen het aanbrengen van een winkelpui, het toevoegen van cordonvormende lekdrempels, en het vervangen van de geveltop door een bijkomende vierde bouwlaag. In opdracht van Eugène Bogenschutz, werd de gevel in pseudo-traditionele stijl vernieuwd, naar een ontwerp door de architect Otto Fleischer uit 1963.

Rijhuis van oorspronkelijk drie en sinds 1963 twee traveeën, vier bouwlagen hoog, onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel uit 1859, was opgebouwd uit een klassieke houten winkelpui met zijportaal, pilasters en entablement, registers van rechthoekige bovenvensters op cordonvormende lekdrempels, en een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries. De gecementeerde en beschilderde, pseudo-traditionele puntgevel uit 1963, imiteert de opstand van het aanpalende ”Roode Hoed”. Aanvankelijk was een getrapte geveltop van drie treden gepland, met gedrukte verhoudingen. De ingreep bracht de ordonnantie van de vroegere opstand terug van drie naar twee bredere traveeën, met registers van rechthoekige vensters op hardstenen lekdrempels. Een rechthoekig venster doorbreekt de geveltop. De winkelpui met zijportaal is recent opnieuw verbouwd.

Winkelhuis met recente puntgevel. Poging om gevelvorm van nummer 25 over te nemen doch met ongelukkige verhoudingen der vensters.