Traditioneel diephuis genaamd "St. Geertruyt" dat mogelijk opklimt tot de eerste helft van de 16de eeuw. Het pand telt zes traveeën en drie bouwlagen onder een achteraan afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). In opdracht van de kooplui Joseph Auguste De Coninck en Hippolyte Selb, bracht de architect Heliodore Leclef in 1855 een koetspoort aan in de drie linker traveeën van de pui. Deze ontsloot de binnenplaats van het achterliggende herenhuis aan de Groenplaats, dat zij mogelijk datzelfde jaar door Leclef lieten bouwen. Octave Selb liet in 1904 door de aannemer Carolus Joannes Janssens-Coninckx de begane grond verbouwen tot kantoor, waarbij de koetspoort werd gedicht en de centrale inkomdeur geopend. In 1910 volgde de verbouwing van de laatste twee traveeën tot winkelpui. Het in de vroegere koetspoort geïntegreerde winkelraam werd in 1925 in opdracht van Edouard Van Cutsem en Mary Van Cutsem-Selb geplaatst door de aannemer Frans Cautreels.
De trapgevel van twaalf treden met de aanzet van een topstuk, is opgetrokken uit zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers. Bij een recente renovatie werden het parement gedecapeerd en hersteld, en de onderste treden gereconstrueerd. Registers van rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels, aangepast in de vroege 19de eeuw, vormen de bovenverdiepingen. Het betreft vroegere kruiskozijnen met afgeschuinde dagkanten, waarvan de vier middenvensters op de eerste verdieping en de twee middenvensters op de tweede verdieping zich onderscheiden door een tweedelige latei en een ontlastingsboog. Op een archieffoto uit 1924 reeds gedicht, zijn de twee uiterste vensters van de tweede verdieping bij de recente renovatie volledig weggewerkt. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door twee aangepaste bolkozijnen met afgeschuinde dagkanten en ontlastingsbogen, in 1924 nog met bewaard moneel. Twee rechthoekige luiken met afgeschuinde dagkanten doorbreken de tweede geleding. In de vierde travee van de pui, rechthoekige inkomdeur met afgeschuinde dagkanten, een tweedelige latei en een ontlastingsboog; fraaie houten vleugeldeur uit 1904. De rechthoekige koetspoort uit 1855, in een geprofileerde omlijsting met neuten en een gestrekte waterlijst uit blauwe hardsteen, is ingevuld met een klassiek houten winkelraam uit 1925. Klassiek houten winkelpui met zijportaal uit 1910 in de laatste twee traveeën.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: St. Geertruyt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298526 (geraadpleegd op ).
Traditioneel diephuis van zes traveeën en drie bouwlagen met zadeldak (Vlaamse pannen) uit de tweede helft van de 16de eeuw tot eerste helft van de 17de eeuw. Zeer brede gecementeerde en verankerde trapgevel (tien treden + topstuk).
Rechthoekige bovenvensters (verbouwde kruisvensters), deels dichtgemetseld en voorzien van lekdrempels van arduin. Tweeledige top waarvan enkele treden weggebroken werden en vervangen door een gewone schuine afwerking; aangepaste bolkozijnen in de onderste en gedichte rechthoekige luiken in de bovenste geleding.
Begane grond met links houten pui uit het eerste kwart van de 20ste eeuw geplaatst in rechthoekige poortomlijsting van beschilderde arduin uit 1855: licht geprofileerd beloop, neuten, bekronende gestrekte waterlijst. De benedenvensters omgevormd tot ingangsdeur (midden) en houten winkelpui (rechts).
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: St. Geertruyt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4437 (geraadpleegd op ).