Voormalig klooster van Sint-Vincentius en school. Sinds 2004 wordt het klooster herbestemd door de vzw Avalon met nieuwbouw achteraan.

Het Sint-Vincentiusklooster maakt deel uit van de nieuwe parochie Opstal en werd als eerste gebouwd in 1906, nog voor de kerk en de pastorie. Een ontwerper hiervan is niet gekend. Het kwam er op initiatief van de zusters van Sint-Vincentius van Buggenhout die reeds sinds 1897 hulp boden in de aanwezige gemeenteschool. In 1906 waren de eerste klaslokalen voor de meisjesschool klaar en werd het kloosterhuis gebouwd. Het gebouw toont sterke gelijkenissen met de pastorie en is mogelijk dus ook van de hand van architect Henri Valcke. Het is een typisch dubbelhuis op rechthoekig plattegrond, met twee bouwlagen onder leien zadeldak. Het is opgetrokken uit dezelfde baksteen gecombineerd met blauwe hardsteen voor de kruiskozijnen en kleinere decoratieve elementen. De voorgevel bestaat uit vijf traveeën en heeft aan de linkerzijde een vooruitspringende hoekrisaliet met een trapgevel. Centraal in de muurdam is er een kleine beeldnis met een heiligenbeeldje.

De toegang bevindt zich centraal in de voorgevel (naast de hoekrisaliet) en wordt voorafgegaan door een spitsboogvormig portaal en een kleine trap. Het portaal is bekroond met een muizentandfries en heeft een lessenaarsdak met een kleine trapgevel aan de rechterzijde. De spitsboogvormige toegangsdeur in hout is voorzien van fraai bewerkte smeedijzeren tralies.

De rechterzijgevel is afgewerkt met een trapgevel. De achtergevel bestaat uit vier traveeën met een vooruitspringende hoekrisaliet van twee traveeën aan de rechterzijde. Deze hoekpartij wordt bekroond door een puntgevel. Er is een eenvoudige achterdeur met een bovenlicht. Op de benedenverdieping zijn er drie kruiskozijnen bestaande uit telkens drie vensteropeningen. Op de bovenverdieping zijn er aan de linkerkant twee kruiskozijnen en rechts (in de hoekrisaliet) per travee twee kloosterkozijnen, die door middel van een kleine muurdam van mekaar gescheiden worden. Op de zolderverdieping zijn er twee kleine vensters.

Aan de achterkant bevindt zich, haaks op het kloostergebouw, een groot schoolgebouw van heden achttien traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak. Het is in dezelfde, doch soberdere stijl opgetrokken en wordt gekenmerkt door rechthoekige spaarvelden en sterk ritmerende steunberen. De benedenvensters behielden hun typische roedeverdelingen.