In kern traditioneel diephuis dat minstens opklimt tot de 17de eeuw, met een lijstgevel uit het midden van de 18de eeuw. J. Caers liet in 1920 de winkelpui en in 1925 de erker aanbrengen door de aannemer Jules Daems.

Pand van drie traveeën en drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De gedecapeerde lijstgevel heeft een parement uit zandsteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de vensteromlijstingen, lekdrempels, daklijst en dakkapel. Van de midden-18de-eeuwse opstand, opgebouwd uit registers van gekoppelde steekboogvensters in geprofileerde omlijstingen op doorgetrokken lekdrempels, zijn enkel de tweede verdieping met ijzeren parapetten, het hoofdgestel en de dakkapel intact bewaard. De begane grond, waarvan de vroegere opstand niet gekend is, werd al in 1869 verbouwd tot winkelpui. Door het toevoegen van de driezijdige erker uit gewapend beton, bleven op de eerste verdieping slechts de vensteromlijstingen van de zijtraveeën fragmentair bewaard. Een gelede architraaf, een geprofileerde daklijst en een houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. De getoogde dakkapel met een geprofileerd kwarthol beloop, is gevat tussen vleugelstukken met oren, waarop een gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden. Markante, houten winkelpui vanaf een plint uit graniet, met een afgeronde vitrine, zijportaal, pilasters, glas-in-lood-bovenlicht, en rolluikkast tussen diamantkopconsoles. Achtergevel: bepleisterde tuitgevel.