Neoclassicistisch burgerhuis op de hoek van Oude Waag en Jeruzalemstraat, volgens de bouwaanvraag uit 1832 opgetrokken in opdracht van de ‘cabaretier’ Mathieu Heylaerts. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. De weduwe Verelst liet in 1903 het venster van de vierde travee door de aannemer Edward Spruyt zoon aanpassen tot deur.

Hoekhuis met dubbelhuisopstand van drie bij drie traveeën en drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Oude Waag, pannen). Horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst, beantwoordt de bepleisterde en beschilderde lijstgevel met plint aan een regelmatig ordonnantieschema. De bel-etage onderscheidt zich door rondboogvensters vanaf de puilijst, geaccentueerd door geprofileerde booglijsten op doorgetrokken imposten en ijzeren parapetten. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met individuele lekdrempels, op de begane grond voorzien van houten luiken. De oorspronkelijke inkomdeur in de middenas zijde Oude Waag, is gevat in een vlakke omlijsting. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, vlakke fries en houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters is bewaard.

Hoekhuis van drie + drie traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op de Oude Waag; Vlaamse pannen) met twee klimmende dakkapelletjes aan de Jeruzalemstraatzijde.

Laat-classicistische bepleisterde lijstgevel, waarvoor bouwtoelating van 1832 in opdracht van M. Heijlaers, intact behouden behalve de deur in vierde travee waarvoor, volgens bouwaanvraag van 1903, een venster verlaagd werd.

Bel-etage geritmeerd door rondboogvensters met geprofileerde booglijsten op imposten laatstgenoemde onderling verbonden over de vrij brede penanten; ijzeren leuningen en markerende doorlopende lekdrempels. Voorts rechthoekige vensters met lekdrempels, op de begane grond beluikt. Kordon onder kroonlijst op klossen. Vlakke rechthoekige deuromlijsting.