Houten windmolen, opgetrokken in 1785, met hergebruik van onderdelen van een oudere molen. Op deze plaats wordt reeds in 1372 melding gemaakt van een houten staakmolen.
De oudste vermelding van een staakmolen op deze plaats dateert van 1372, als eigendom van de heren van Aveschoot. De benaming “Westermolen” verwijst naar een tweede staakmolen in Lembeke, de nu verdwenen “Oostermolen”. De Westermolen, ook wel eens “Den Abeel” genoemd, raakte op het einde van de 16de eeuw vernield, toen beeldenstormers in de regio lelijk huis hielden. In de loop van de 17de eeuw werd de molen heropgebouwd.
De huidige molen werd opgetrokken rond 1780-1785 met hergebruik van vele balken uit de oude molen. De molen is steeds in bedrijf geweest en wordt goed onderhouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte het verzet de Westermolen als locatie van waaruit berichten naar Engeland verzonden werden. De molen is blijven staan ter herdenking aan een omgekomen verzetsstrijder, die behoorde tot de familie d’Alcantara, de toenmalige eigenaars van de molen.
De molen liep schade op tijdens een storm in 1944 en in 1947, waarop de beschadigde wieken werden vervangen door twee geklinknagelde Verhaegheroeden, afkomstig van twee verschillende molens. De molenbedrijvigheid stopte nadat de molen schade opliep tijdens een storm in 1953. In 1975 werd de molen door graaf G. d’Alcantara overgedragen aan de gemeente Lembeke. De molen werd gerestaureerd in 1978-80 door de firma Cottenier (Aalbeke) onder leiding van architect Paul Goethals (Brugge), waardoor ze terug maalvaardig werd. Onder meer de staak, de kepers van de kapconstructie, de hoekstijlen, teerlingblokken, kruisplaten en steekbanden werden vernieuwd, terwijl de steenbalk werd hersteld. De geklinknagelde roeden werden vervangen door gelaste stalen roeden. Ook de beplanking van de staartzijde en zijwanden werden vernieuwd en in rabat geplaatst, terwijl de windzijde werd voorzien van nieuwe eikenhouten schaliën. Een nieuwe restauratiecampagne onder leiding van architect Albert Verbeurgt (Maarkedal) en uitgevoerd door molenbouwer J. De Punt vond plaats in 2000. Toen werden enkele onderdelen vervangen, waaronder de neut, het ringhout, de zwikstok, de vangborden en vangplaat. In 2013 werd een nieuw restauratiedossier opgemaakt. De werken, uitgevoerd in 2015-2016 door Adriaens Molenbouw onder leiding van architectenbureau Sabine Okkerse, behelsden de totaalrestauratie van de molenkast, met inbegrip van het maalvaardig herstel van de molentechnische uitrusting. De molen was ondertussen sterk verzakt, van 4cm (opgemeten in 1978) tot 19cm op dezelfde hoekstijl.
De omgeving van de molen is grotendeels dezelfde gebleven zoals weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778). De molenaarswoning stond aan de overzijde van de straat, op de hoek met de Westermolenstraat. Er stond eveneens een houten rosmolen op het erf. Het huis werd na een brand heropgebouwd in 1944.
In de molen zijn of waren op diverse plaatsen inscripties terug te vinden van vroegere molenaars met jaartallen: “MDW 1804” op een steenbalk, “PVDB 1807” op een weegband, “F. De Clercq 1844, Ivo Vellemans 1865, Désiré De Busscher 1881”.
Houten staakmolen met open voet op vier vrij hoge bakstenen teerlingen gelegen op een met gras en wilde bloemen ingezaaide lage molenbelt. De molen heeft een gelaste stalen gevlucht met een lengte van 22 meter, met traditioneel Vlaams hekwerk. De gietijzeren askop is vervaardigd door de Kempische IJzergieterij en Smederij Van Aerschot uit Herentals, versierd met een stervormig ornament en gedateerd 1877. De kap is een zadeldak met wolfseind, belegd met eiken leien en koperen nok en bekroond met een windwijzer. De molenkast is bezet met eikenhouten leien aan het achterkeuveleinde, net zoals de drie windluiken aan weerszijden en boven de askop. De andere zijden zijn met verticale planken bekleed. In 2016 werden de trap met balkon met luik vernieuwd, net zoals de eiken staart en het houten kruiwerk met een houten kruihaspel van het Oost-Vlaamse type, met haaks op elkaar staande handspaken.
De molenkast wordt gekenmerkt door een traditionele opbouw met een graan- en steenzolder, die met elkaar verbonden zijn door een oude molenaarstrap. De wanden zijn opgebouwd met evenwijdige weegbanden. In de zijwanden is er een dubbele spoorstijl. In verschillende balken zijn inscripties terug te vinden. De steenbalk, brasem, middenlijsten en de meeste andere balken van de wanden werden in 2016 vernieuwd. De vloeren zijn opgebouwd met eiken balken en brede planken in lariks. In de vloer van de steenzolder zit een luiluik.
Het houten gebinte van de staakmolen is samengesteld met kruisplaten, steekbanden, staak en zetel. De fundering en teerlingen zijn uitgevoerd in baksteenmetselwerk. De meelzolder bevat onder meer dubbele pasbruggen voor het lichten van de steenkoppels. De vernieuwde meelgoot en herstelde meelbak met inscripties zijn opgehangen tegen de staak. In de vloer naast de trap steekt een weegschaal. Op de steenzolder staan twee Franse steenkoppels, in houten steenkuipen, met graan- en schudbakken. De molenstenen worden aangedreven door bonkelaars op staakijzers. Het vangwiel en aswiel op de molenas zijn houten wielen met stroparmen. De molenas draait in respectievelijk de halssteen in de windpeluw en de pinsteen in de pinbalk, beide stenen uitgevoerd in blauwe hardsteen. De vang bestaat uit een ijzeren plaatvang met wipstok en houten vangsabel. Het luiwerk grijpt in op het vangwiel.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Lanclus K. 2020: Westermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359462 (geraadpleegd op ).
Houten korenwindmolen. De eerste vermelding van een staakmolen alhier dateert van 1372, toebehorend aan de heren van Aveschoot. De huidige molen dateert van 1785 met hergebruikt materiaal van de oude molen. De molenbedrijvigheid stopte na de beschadiging tijdens de storm in 1953. In 1975 werd de molen door graaf G. d’Alcantara overgedragen aan de gemeente Lembeke. De molen werd gerestaureerd in 1978-80 door de firma Cottenier (Aalbeke) onder leiding van architect Paul Goethals (Brugge) en werd terug maalvaardig. Een nieuwe restauratiecampagne onder leiding van architect Albert Verbeurgt (Maarkedal) vond plaats in 2000.
Het molenaarshuis stond aan de overkant van de straat op de hoek met de Westermolenstraat, voorheen stond eveneens een houten rosmolen op het erf, het huis werd na vernieling door brand heropgebouwd in 1944.
Houten staakmolen met open voet op vier vrij hoge bakstenen teerlingen gelegen op een molenwal. Molenkot met twee verdiepingen, met graan- en steenzolder onder zadeldak met kapelledak met eiken leien, bekroond met windwijzer. Molenkot bezet met eikenhouten leien tegen de windweeg, rest van schuddeberd met oregon. Steile trap met 26 treden met balkon, naar rechts openzwaaiende deur, en lui onder luikapje in top. Kruiwerk met typische Oost-Vlaamse windas. De molenkast kan gedraaid worden met een houten kruishaspel van het traditionele Oost-Vlaamse type, met haaks op elkaar staande handspaken. Het geklinknageld stalen Verhaeghegevlucht van het wiekenkruis werd bij de restauratie van 1978 vervangen door een gelast stalen gevlucht. Gietijzeren askop van de Kempische IJzergieterij en Smederij Van Aerschot uit Herentals, versierd met een stervormig ornament en gedateerd 1877.
Interieur. Op de steenzolder staan twee Franse steenkoppels; de steenkisten werden vernieuwd, galg en steenrepen ontbreken. In de molen staan op diverse plaatsen inscripties van vroegere molenaars met jaartallen: MDW 1804 op een steenbalk, PVDB 1807 op een weegband, F. De Clercq 1844, Ivo Vellemans1865, Désiré De Busscher 1881.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. 2001: Westermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/44679 (geraadpleegd op ).