Het boerenhuis is ingeplant ten oosten van het ruime begraasde erf. Het huis van acht traveeën en één bouwlaag is afgedekt door een zadeldak met vernieuwde pannen. De voorgevel is in de jaren 1950 grotendeels aangepast met een geschilderde cementering en met rechthoekige vernieuwde vensters en deur. De jaarankers van 1772 in de rechter traveeën van de voorgevel bleven behouden. De traditionele afwerking van de gewitte bakstenen zijpuntgevels met muurvlechtingen wijst eveneens op een bouwperiode uit de 18de eeuw. Ook de puntgevel van het haakse achteraanbouwsel, oorspronkelijk met opkamer en kelder, is afgewerkt met vlechtingen.
Ten zuiden op het erf en haaks op de straat is het indrukwekkende bedrijfsgebouw ingeplant. Dwarsschuur met dubbele dorsvloer, oorspronkelijk opgetrokken met houten bebording, doch in 1938 versteend met bakstenen metselwerk. De typische dakvorm kenmerkt de grote dwarsschuur, eertijds afgedekt met een rieten dak, sedert 20 jaar met golfplaten, met het behoud van twee in het dak verhoogde inrijpoorten met opwaartse welving met dorsvloer. De eerste poort is nu gedicht. Tussen de dorsvloeren, koeienstallen met groen geschilderde deuren en vierkante venstertjes. Naast de rechter poort bevonden zich paardenstallen. Tegen de westelijke zijgevel is tijdens de Tweede Wereldoorlog een open wagenhuis aangebouwd en aan de andere zijgevel, dichtst bij het boerenhuis, en nog afgewerkt met houten beplanking, zijn varkensstallen ondergebracht. De schuur bewaart volledig het oude eiken gebint.
Bron: Dwarsschuur met dubbele dorsvloer, oorspronkelijk opgetrokken met houten bebording, doch in 1938 versteend met bakstenen metselwerk. Auteurs: Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)